Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. betoveren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor betoveren (Nederlands) in het Engels

betoveren:

betoveren werkwoord (betover, betovert, betoverde, betoverden, betoverd)

  1. betoveren (beheksen)
    to ravish; to bewitch; cast a spell on; put a spell on

Conjugations for betoveren:

o.t.t.
  1. betover
  2. betovert
  3. betovert
  4. betoveren
  5. betoveren
  6. betoveren
o.v.t.
  1. betoverde
  2. betoverde
  3. betoverde
  4. betoverden
  5. betoverden
  6. betoverden
v.t.t.
  1. heb betoverd
  2. hebt betoverd
  3. heeft betoverd
  4. hebben betoverd
  5. hebben betoverd
  6. hebben betoverd
v.v.t.
  1. had betoverd
  2. had betoverd
  3. had betoverd
  4. hadden betoverd
  5. hadden betoverd
  6. hadden betoverd
o.t.t.t.
  1. zal betoveren
  2. zult betoveren
  3. zal betoveren
  4. zullen betoveren
  5. zullen betoveren
  6. zullen betoveren
o.v.t.t.
  1. zou betoveren
  2. zou betoveren
  3. zou betoveren
  4. zouden betoveren
  5. zouden betoveren
  6. zouden betoveren
diversen
  1. betover!
  2. betovert!
  3. betoverd
  4. betoverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor betoveren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bewitch beheksen; betoveren
cast a spell on beheksen; betoveren
put a spell on beheksen; betoveren
ravish beheksen; betoveren blij maken; in verrukking brengen; onteren; ontwijden; plezieren; verblijden; verheugd; verrukken

Wiktionary: betoveren

betoveren
verb
  1. to cast a spell over
  2. use a magical charm
  3. seduce, entrance or fascinate

Cross Translation:
FromToVia
betoveren bewitch; charm ensorceler — Traductions à trier suivant le sens