Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor durf (Nederlands) in het Engels

durf:

durf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de durf (moed; gewaagdheid; lef)
    the daring; the guts; the nerve; the pluck
    • daring [the ~] zelfstandig naamwoord
    • guts [the ~] zelfstandig naamwoord
    • nerve [the ~] zelfstandig naamwoord
    • pluck [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor durf:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
daring durf; gewaagdheid; lef; moed dapperheid; durven; koenheid; moed; onversaagdheid; wagen
guts durf; gewaagdheid; lef; moed buiken; dikke pensen; spekbuiken
nerve durf; gewaagdheid; lef; moed ader; brutaal zijn; grote mond hebben; nerf; zenuw
pluck durf; gewaagdheid; lef; moed
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pluck afplukken; plukken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
daring doldriest; gedurfd; gewaagd; koen; kranig; lichtzinnig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; overmoedig; pikant; provocerend; roekeloos; stoutmoedig; uitdagend; vermetel; waaghalzig

Verwante woorden van "durf":


Wiktionary: durf

durf
noun
  1. courage
  2. impudence or brazenness
  3. boldness

Cross Translation:
FromToVia
durf blowing up; dressing down; overthrow; subversion; courage; boldness; bravery; daring; valour; gallantry; prowess abattage — Traductions à trier suivant le sens
durf audacity; boldness; daring audacehardiesse excessif.
durf courage; bravery; boldness; daring; valour; gallantry; prowess courage — Caractéristique de vaincre la peur, supporter la souffrance, braver le danger

durf vorm van durven:

durven werkwoord (durf, durft, durfde, durfden, gedurfd)

  1. durven (riskeren; wagen; avonturen)
    to dare; dare to; adventure; to risk

Conjugations for durven:

o.t.t.
  1. durf
  2. durft
  3. durft
  4. durven
  5. durven
  6. durven
o.v.t.
  1. durfde
  2. durfde
  3. durfde
  4. durfden
  5. durfden
  6. durfden
v.t.t.
  1. heb gedurfd
  2. hebt gedurfd
  3. heeft gedurfd
  4. hebben gedurfd
  5. hebben gedurfd
  6. hebben gedurfd
v.v.t.
  1. had gedurfd
  2. had gedurfd
  3. had gedurfd
  4. hadden gedurfd
  5. hadden gedurfd
  6. hadden gedurfd
o.t.t.t.
  1. zal durven
  2. zult durven
  3. zal durven
  4. zullen durven
  5. zullen durven
  6. zullen durven
o.v.t.t.
  1. zou durven
  2. zou durven
  3. zou durven
  4. zouden durven
  5. zouden durven
  6. zouden durven
diversen
  1. durf!
  2. durft!
  3. gedurfd
  4. durvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

durven [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. durven (wagen)
    the dare; the venturing; the daring; the risking
    • dare [the ~] zelfstandig naamwoord
    • venturing [the ~] zelfstandig naamwoord
    • daring [the ~] zelfstandig naamwoord
    • risking [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor durven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adventure avontuur; lotgeval
dare durven; wagen
daring durven; wagen dapperheid; durf; gewaagdheid; koenheid; lef; moed; onversaagdheid
risk risico
risking durven; wagen
venturing durven; wagen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adventure avonturen; durven; riskeren; wagen
dare avonturen; durven; riskeren; wagen
dare to avonturen; durven; riskeren; wagen
risk avonturen; durven; riskeren; wagen
- wagen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
daring doldriest; gedurfd; gewaagd; koen; kranig; lichtzinnig; manmoedig; onbeducht; onbevreesd; onverschrokken; onvervaard; overmoedig; pikant; provocerend; roekeloos; stoutmoedig; uitdagend; vermetel; waaghalzig

Verwante woorden van "durven":


Synoniemen voor "durven":


Antoniemen van "durven":


Verwante definities voor "durven":

  1. je niet door angst of onzekerheid laten tegenhouden1
    • Hij is niet bang, hij durft wel op de ladder.1

Wiktionary: durven

durven
verb
  1. ~ te de moed hebben iets te doen
durven
verb
  1. to have courage

Cross Translation:
FromToVia
durven dare; hazard; risk; venture; be audacious oser — Avoir la hardiesse, l’audace de dire, de faire quelque chose.