Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. ensceneren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ensceneren (Nederlands) in het Engels

ensceneren:

ensceneren werkwoord (ensceneer, ensceneert, ensceneerde, ensceneerden, geënsceneerd)

  1. ensceneren (in scene zetten)
    to stage; to mount
    • stage werkwoord (stages, staged, staging)
    • mount werkwoord (mounts, mounted, mounting)

Conjugations for ensceneren:

o.t.t.
  1. ensceneer
  2. ensceneert
  3. ensceneert
  4. ensceneren
  5. ensceneren
  6. ensceneren
o.v.t.
  1. ensceneerde
  2. ensceneerde
  3. ensceneerde
  4. ensceneerden
  5. ensceneerden
  6. ensceneerden
v.t.t.
  1. heb geënsceneerd
  2. hebt geënsceneerd
  3. heeft geënsceneerd
  4. hebben geënsceneerd
  5. hebben geënsceneerd
  6. hebben geënsceneerd
v.v.t.
  1. had geënsceneerd
  2. had geënsceneerd
  3. had geënsceneerd
  4. hadden geënsceneerd
  5. hadden geënsceneerd
  6. hadden geënsceneerd
o.t.t.t.
  1. zal ensceneren
  2. zult ensceneren
  3. zal ensceneren
  4. zullen ensceneren
  5. zullen ensceneren
  6. zullen ensceneren
o.v.t.t.
  1. zou ensceneren
  2. zou ensceneren
  3. zou ensceneren
  4. zouden ensceneren
  5. zouden ensceneren
  6. zouden ensceneren
en verder
  1. is geënsceneerd
  2. zijn geënsceneerd
diversen
  1. ensceneer!
  2. ensceneert!
  3. geënsceneerd
  4. enscenerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor ensceneren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mount rijdier; rijpaard
stage etappe; fase; ontwikkelingsfase; ontwikkelingsstadium; parcoursetappe; podium; schouwtoneel; stadium; toneel; toneelpodium; toneelwezen; werkstroomfase
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mount ensceneren; in scene zetten beklimmen; bestijgen; hoger worden; klimmen; koppelen; omhoogklimmen; omhoogkomen; opstijgen; opvliegen
stage ensceneren; in scene zetten faseren; huichelen

Wiktionary: ensceneren

ensceneren
verb
  1. to demonstrate in a deceptive manner