Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. gereserveerd:
  2. reserveren:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gereserveerd (Nederlands) in het Engels

gereserveerd:

gereserveerd bijvoeglijk naamwoord

  1. gereserveerd (opzijgezet)
    reserved; set aside; kept for; put aside
  2. gereserveerd (terughoudend; ingetogen; gesloten; )
    reticent; reserved; aloof

Vertaal Matrix voor gereserveerd:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
put aside achterhouden; behouden; bespreken; opzijleggen; opzijzetten; reis boeken; reserveren; terughouden; vastleggen; voorbehouden
set aside achterhouden; behouden; bespreken; opzijleggen; opzijzetten; reis boeken; reserveren; terughouden; vastleggen; voorbehouden
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
reserved geheimzinnig; gereserveerd; gesloten; ingetogen; koel; opzijgezet; terughoudend; terughoudende besproken; gesloten; stil; taciturn; weinig spraakzaam; zwijgend; zwijgzaam
reticent geheimzinnig; gereserveerd; gesloten; ingetogen; koel; terughoudend; terughoudende zwijgzaam
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aloof geheimzinnig; gereserveerd; gesloten; ingetogen; koel; terughoudend; terughoudende afstandelijk; afzijdig; koel; koud
kept for gereserveerd; opzijgezet
put aside gereserveerd; opzijgezet
set aside gereserveerd; opzijgezet

Verwante woorden van "gereserveerd":


Wiktionary: gereserveerd

gereserveerd
adjective
  1. modest, quiet, reserved
  2. reserved and remote; either physically or emotionally distant
  3. having an inclination to secrecy
  4. reserved

reserveren:

reserveren werkwoord (reserveer, reserveert, reserveerde, reserveerden, gereserveerd)

  1. reserveren (behouden; opzijleggen; achterhouden; terughouden)
    to reserve; to put aside; to set aside; to put away
    • reserve werkwoord (reserves, reserved, reserving)
    • put aside werkwoord (puts aside, put aside, putting aside)
    • set aside werkwoord (sets aside, set aside, setting aside)
    • put away werkwoord (puts away, put away, putting away)
  2. reserveren (reis boeken; vastleggen; bespreken)
    to reserve; make reservations; to allocate; to set aside; to put aside; to put away
    • reserve werkwoord (reserves, reserved, reserving)
    • make reservations werkwoord
    • allocate werkwoord (allocates, allocated, allocating)
    • set aside werkwoord (sets aside, set aside, setting aside)
    • put aside werkwoord (puts aside, put aside, putting aside)
    • put away werkwoord (puts away, put away, putting away)
  3. reserveren (voorbehouden)
    to reserve; to allocate; to set aside; to put aside; to put away
    • reserve werkwoord (reserves, reserved, reserving)
    • allocate werkwoord (allocates, allocated, allocating)
    • set aside werkwoord (sets aside, set aside, setting aside)
    • put aside werkwoord (puts aside, put aside, putting aside)
    • put away werkwoord (puts away, put away, putting away)

Conjugations for reserveren:

o.t.t.
  1. reserveer
  2. reserveert
  3. reserveert
  4. reserveren
  5. reserveren
  6. reserveren
o.v.t.
  1. reserveerde
  2. reserveerde
  3. reserveerde
  4. reserveerden
  5. reserveerden
  6. reserveerden
v.t.t.
  1. heb gereserveerd
  2. hebt gereserveerd
  3. heeft gereserveerd
  4. hebben gereserveerd
  5. hebben gereserveerd
  6. hebben gereserveerd
v.v.t.
  1. had gereserveerd
  2. had gereserveerd
  3. had gereserveerd
  4. hadden gereserveerd
  5. hadden gereserveerd
  6. hadden gereserveerd
o.t.t.t.
  1. zal reserveren
  2. zult reserveren
  3. zal reserveren
  4. zullen reserveren
  5. zullen reserveren
  6. zullen reserveren
o.v.t.t.
  1. zou reserveren
  2. zou reserveren
  3. zou reserveren
  4. zouden reserveren
  5. zouden reserveren
  6. zouden reserveren
en verder
  1. is gereserveerd
  2. zijn gereserveerd
diversen
  1. reserveer!
  2. reserveert!
  3. gereserveerd
  4. reserverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor reserveren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
reserve bedeesdheid; gereserveerdheid; geslotenheid; reserve; reservist; schroom; schuwheid; terughoudendheid; timiditeit; verlegenheid
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allocate bespreken; reis boeken; reserveren; vastleggen; voorbehouden gunnen; iets toekennen; plaats toekennen; plaatsen; toebedelen; toekennen; toewijzen
make reservations bespreken; reis boeken; reserveren; vastleggen
put aside achterhouden; behouden; bespreken; opzijleggen; reis boeken; reserveren; terughouden; vastleggen; voorbehouden opzijzetten
put away achterhouden; behouden; bespreken; opzijleggen; reis boeken; reserveren; terughouden; vastleggen; voorbehouden bergen; bewaren; nuttigen; opbergen; opruimen; opzij leggen; stallen; van zich afzetten; verschalken; wegbergen; wegsluiten; wegsteken; wegstoppen; wegzetten
reserve achterhouden; behouden; bespreken; opzijleggen; reis boeken; reserveren; terughouden; vastleggen; voorbehouden
set aside achterhouden; behouden; bespreken; opzijleggen; reis boeken; reserveren; terughouden; vastleggen; voorbehouden opzijzetten
- bespreken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
put aside gereserveerd; opzijgezet
set aside gereserveerd; opzijgezet

Synoniemen voor "reserveren":


Verwante definities voor "reserveren":

  1. van tevoren afspreken dat je er gebruik van kunt maken1
    • we hebben een tafel gereserveerd in het restaurant1
  2. het ervoor bewaren1
    • we hebben geld voor de vakantie gereserveerd1

Wiktionary: reserveren

reserveren
verb
  1. vrijhouden
    • reserverenbook
reserveren
verb
  1. reserve
  2. to keep back; to retain
  3. to keep in store for future or special use
  4. to book in advance

Cross Translation:
FromToVia
reserveren book; reserve réservergarder, retenir quelque chose d’un tout, une chose entre plusieurs autres.