Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. nul:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nul (Nederlands) in het Engels

nul:

nul bijvoeglijk naamwoord

  1. nul (nihil)
    nil; zero
    • nil bijvoeglijk naamwoord
    • zero bijvoeglijk naamwoord

nul

  1. nul
    the zero
    – The arithmetic symbol (0) representing no magnitude. 1
    • zero [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor nul:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zero nul
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zero nihil; nul
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nil nihil; nul

Verwante definities voor "nul":

  1. het cijfer 02
    • ik had nul fouten2
  2. wie niets presteert2
    • die vriend van hem is een echte nul2

Wiktionary: nul

nul
noun
  1. nothing
  2. zero
  3. nothing, or none
  4. point of origin on a scale
  5. person of little importance
numeral
  1. cardinal number before 1, denoting nothing

Cross Translation:
FromToVia
nul zero; nought; nil null — die Kardinalzahl vor eins; der Wert null; die Ziffer „0“
nul bubble; zero; blister; bull bulle — Petite quantité d’air qui s’élever à la surface des liquides, en particulier lors de l’ébullition ou de la fermentation.
nul zero; nought; null zéronombre qui indique une quantité nulle, l’absence ou l’inexistence de quelque chose.

Verwante vertalingen van nul