Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. wegens:
  2. wegen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wegens (Nederlands) in het Engels

wegens:

wegens bijvoeglijk naamwoord

  1. wegens (vanwege; om)
    – om een reden aan te geven 1
    due to; because of; on account of; owing to

Vertaal Matrix voor wegens:

PrepositionVerwante vertalingenAndere vertalingen
- vanwege
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
on account of van de kant van; van de zijde van
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
because of om; vanwege; wegens als gevolg van; door; immers; ingevolge; ten gevolge van
due to om; vanwege; wegens als gevolg van; door; ingevolge; ten gevolge van; tengevolge van
on account of om; vanwege; wegens doordat
owing to om; vanwege; wegens als gevolg van; door; ingevolge; ten gevolge van; tengevolge van

Verwante woorden van "wegens":


Synoniemen voor "wegens":


Verwante definities voor "wegens":

  1. om een reden aan te geven1
    • wegens de vakantie zijn we gesloten1

Wiktionary: wegens

wegens
preposition
  1. een reden inleidend
wegens
en-prep
  1. because of
  2. on account of, by reason of, for the purpose of

Cross Translation:
FromToVia
wegens on account of; because of wegenPräposition mit Genitiv, (umgangssprachlich) auch mit Dativ; Bezeichnung des Grundes: auf Grund, verursacht durch, auf Veranlassung von, mit Rücksicht auf
wegens on account of; because of wegenPostposition mit Genitiv: Bezeichnung des Grundes

wegen:

wegen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de wegen (rijwegen)
    the ways; the roads; the avenues; the tracks
    • ways [the ~] zelfstandig naamwoord
    • roads [the ~] zelfstandig naamwoord
    • avenues [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tracks [the ~] zelfstandig naamwoord

wegen werkwoord (weeg, weegt, woog, wogen, gewogen)

  1. wegen
    – nagaan hoe zwaar het/hij is 1
    to weigh; librate
    – determine the weight of 2
    • weigh werkwoord (weighs, weighed, weighing)
      • The butcher weighed the chicken2
    • librate werkwoord
  2. wegen
    – dat gewicht hebben 1
    to weigh
    – have a certain weight 2
    • weigh werkwoord (weighs, weighed, weighing)

Conjugations for wegen:

o.t.t.
  1. weeg
  2. weegt
  3. weegt
  4. wegen
  5. wegen
  6. wegen
o.v.t.
  1. woog
  2. woog
  3. woog
  4. wogen
  5. wogen
  6. wogen
v.t.t.
  1. heb gewogen
  2. hebt gewogen
  3. heeft gewogen
  4. hebben gewogen
  5. hebben gewogen
  6. hebben gewogen
v.v.t.
  1. had gewogen
  2. had gewogen
  3. had gewogen
  4. hadden gewogen
  5. hadden gewogen
  6. hadden gewogen
o.t.t.t.
  1. zal wegen
  2. zult wegen
  3. zal wegen
  4. zullen wegen
  5. zullen wegen
  6. zullen wegen
o.v.t.t.
  1. zou wegen
  2. zou wegen
  3. zou wegen
  4. zouden wegen
  5. zouden wegen
  6. zouden wegen
diversen
  1. weeg!
  2. weegt!
  3. gewogen
  4. wegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor wegen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avenues rijwegen; wegen
roads rijwegen; wegen
tracks rijwegen; wegen baan; rails; spoor; spoorbaan; spoorweg
ways rijwegen; wegen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
librate wegen
weigh wegen afwegen; gelden; met zorg wegen; van kracht zijn

Verwante woorden van "wegen":


Verwante definities voor "wegen":

  1. dat gewicht hebben1
    • deze zak weegt 10 kilo1
  2. nagaan hoe zwaar het/hij is1
    • hij weegt zich elke dag1

Wiktionary: wegen

wegen
verb
  1. het gewicht/de massa bepalen
  2. een bepaald gewicht/massa als eigenschap hebben
wegen
verb
  1. to test the weight of something by lifting it
  2. to determine the weight of an object
  3. -
  4. in mathematics

Cross Translation:
FromToVia
wegen weigh wiegen — (transitiv) das Gewicht von jemandem oder etwas messen
wegen weigh wiegen — (intransitiv) ein bestimmtes Gewicht besitzen
wegen weigh wägenschweizerisch, sonst veraltet oder fachsprachlich, transitiv: das Gewicht von etwas mit einer Waage bestimmen