Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. winnaar:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor winnaar (Nederlands) in het Engels

winnaar:

winnaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de winnaar
    the winner; the victor
    • winner [the ~] zelfstandig naamwoord
    • victor [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor winnaar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
victor winnaar overwinnaar; triomfator
winner winnaar doelpunt; goal; hit; kasstuk; klapper; kraker; overwinnaar; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer; triomfator

Verwante woorden van "winnaar":


Wiktionary: winnaar

winnaar
noun
  1. degene die een strijd of wedstrijd in zijn voordeel beslist
winnaar
noun
  1. one who has won or often wins