Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. zengen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor zengen (Nederlands) in het Engels

zengen:

zengen werkwoord (zeng, zengt, zengde, zengden, gezengen)

  1. zengen (verzengen; branden; verschroeien; blakeren)
    to scald; to scorch; to burn; to singe
    • scald werkwoord (scalds, scalded, scalding)
    • scorch werkwoord (scorches, scorched, scorching)
    • burn werkwoord (burns, burnt, burning)
    • singe werkwoord (singes, singed, singing)

Conjugations for zengen:

o.t.t.
  1. zeng
  2. zengt
  3. zengt
  4. zengen
  5. zengen
  6. zengen
o.v.t.
  1. zengde
  2. zengde
  3. zengde
  4. zengden
  5. zengden
  6. zengden
v.t.t.
  1. heb gezengen
  2. hebt gezengen
  3. heeft gezengen
  4. hebben gezengen
  5. hebben gezengen
  6. hebben gezengen
v.v.t.
  1. had gezengen
  2. had gezengen
  3. had gezengen
  4. hadden gezengen
  5. hadden gezengen
  6. hadden gezengen
o.t.t.t.
  1. zal zengen
  2. zult zengen
  3. zal zengen
  4. zullen zengen
  5. zullen zengen
  6. zullen zengen
o.v.t.t.
  1. zou zengen
  2. zou zengen
  3. zou zengen
  4. zouden zengen
  5. zouden zengen
  6. zouden zengen
diversen
  1. zeng!
  2. zengt!
  3. gezengen
  4. zengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor zengen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
burn brandplek; brandwond; verbranding
scald brandplek; brandwond; verbranding
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
burn blakeren; branden; verschroeien; verzengen; zengen aanbakken; aanbranden; afbranden; branden; brandmerken; inbranden; leegbranden; markeren; platbranden; uitbranden; van stigma's voorzien
scald blakeren; branden; verschroeien; verzengen; zengen uitkoken
scorch blakeren; branden; verschroeien; verzengen; zengen schroeien
singe blakeren; branden; verschroeien; verzengen; zengen schroeien

Wiktionary: zengen

zengen
verb
  1. beschadigen door blootstelling aan hitte zonder vuurverschijnselen