Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. aanbetaling:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor aanbetaling (Nederlands) in het Engels

aanbetaling:

aanbetaling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de aanbetaling
    the deposit; the down payment

Vertaal Matrix voor aanbetaling:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deposit aanbetaling afzetsel; belegging; bezinksel; deposito; depot; drab; droesem; geldbelegging; grondsop; grondsoppen; inleg; investering; kit; kleefstof; lijm; minimum inleg; plak; plaksel; residu; sediment; statiegeld; storting; zetsel
down payment aanbetaling aanbetalen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deposit aanbetalen; bijstorten; deponeren; geld overmaken; in bewaring geven; leggen; neerleggen; neerzetten; op rekening storten; overboeken; overschrijven; overzenden; plaatsen; stationeren; storten; zetten

Wiktionary: aanbetaling

aanbetaling
noun
  1. een eerste betaling bij het kopen van iets op afbetaling of in termijnen
aanbetaling
noun
  1. payment representing a fraction of the price
  2. money given as an initial payment

Cross Translation:
FromToVia
aanbetaling deposit AnzahlungZahlung des ersten Teiles eines Gesamtbetrages
aanbetaling down payment; first instalment; initial deposit acompte — Somme d’argent versée dès la signature d’un contrat, et enlevant toute possibilité de dédit