Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. afvlakken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor afvlakken (Nederlands) in het Engels

afvlakken:

afvlakken [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. afvlakken
    the flattening; the flat
    • flattening [the ~] zelfstandig naamwoord
    • flat [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor afvlakken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flat afvlakken appartement; etagewoning; flat; klapband; wad
flattening afvlakken
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flat effen; egaal; flauwtjes; gelijk; geslepen; glad; mol; muf; onfris; oubakken; oud; oudbakken; plat; strak; toonloos; verschaald; vlak; vlakuit; zonder toon; zouteloos

Wiktionary: afvlakken

afvlakken
verb
  1. make smooth
  2. become smooth