Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. bagagedrager:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor bagagedrager (Nederlands) in het Engels

bagagedrager:

bagagedrager [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de bagagedrager (kruier; drager; sjouwer)
    the bearer; the dock-hand
    • bearer [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dock-hand [the ~] zelfstandig naamwoord
    the porter
    – a person employed to carry luggage and supplies 1
    • porter [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor bagagedrager:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bearer bagagedrager; drager; kruier; sjouwer bezitter; brenger; drager; eigenaar; houder; lijkdrager; toonder
dock-hand bagagedrager; drager; kruier; sjouwer lastdrager; sjouwer
porter bagagedrager; drager; kruier; sjouwer bewaker; deurwachter; portier; suppoost; wacht

Verwante woorden van "bagagedrager":

  • bagagedragers

Wiktionary: bagagedrager

bagagedrager
noun
  1. een rek op de fiets (of andere tweewieler) waarop bagage bevestigd kan worden