Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor beklemdheid (Nederlands) in het Engels

beklemdheid:

beklemdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de beklemdheid (gevoel van beklemming; benauwdheid)
    the oppression; the tightness; the heaviness; the sinking feeling; the closeness

Vertaal Matrix voor beklemdheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
closeness beklemdheid; benauwdheid; gevoel van beklemming buurt; nabijheid; zwoelte
heaviness beklemdheid; benauwdheid; gevoel van beklemming beklemming; benauwdheid
oppression beklemdheid; benauwdheid; gevoel van beklemming beklemming; benauwdheid; dwingelandij; onderdrukking; verdrukking
sinking feeling beklemdheid; benauwdheid; gevoel van beklemming beklemming; benauwdheid
tightness beklemdheid; benauwdheid; gevoel van beklemming concentratie; engte; gebrek; gespannenheid; ingespannenheid; krapte; nauwheid; schaarsheid; schaarste; smalheid; smalte; spanning; strakheid; tekort

Verwante woorden van "beklemdheid":


beklemdheid vorm van beklemd:

beklemd bijvoeglijk naamwoord

  1. beklemd (bekneld)
    stuck; oppressed; wedged; clamped down
  2. beklemd (geklemd)
    clasped

Vertaal Matrix voor beklemd:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oppressed beklemd; bekneld
stuck beklemd; bekneld in de knel; klem; klemgereden; klemgezet
wedged beklemd; bekneld
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clamped down beklemd; bekneld
clasped beklemd; geklemd

Verwante woorden van "beklemd":