Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. brandplek:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor brandplek (Nederlands) in het Engels

brandplek:

brandplek [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de brandplek (brandwond)
    the scald; the burn mark; the burn
    • scald [the ~] zelfstandig naamwoord
    • burn mark [the ~] zelfstandig naamwoord
    • burn [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de brandplek (brandwond; verbranding)
    the scald; the scalding; the burning; the burn
    • scald [the ~] zelfstandig naamwoord
    • scalding [the ~] zelfstandig naamwoord
    • burning [the ~] zelfstandig naamwoord
    • burn [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor brandplek:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
burn brandplek; brandwond; verbranding
burn mark brandplek; brandwond
burning brandplek; brandwond; verbranding branden; verbrandheid; verbranding
scald brandplek; brandwond; verbranding
scalding brandplek; brandwond; verbranding verbrandheid; verbranding; verschroeiing; verzenging
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
burn aanbakken; aanbranden; afbranden; blakeren; branden; brandmerken; inbranden; leegbranden; markeren; platbranden; uitbranden; van stigma's voorzien; verschroeien; verzengen; zengen
scald blakeren; branden; uitkoken; verschroeien; verzengen; zengen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
burning brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vlammend; vurig; warm
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
scalding brandend; fel; fonkelend; gloeiend; hevig; vurig; warm

Verwante woorden van "brandplek":

  • brandplekken