Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. brandschoon:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor brandschoon (Nederlands) in het Engels

brandschoon:

brandschoon bijvoeglijk naamwoord

  1. brandschoon (kraakhelder; brandhelder)
    immaculate; spick-and-span; spotless
  2. brandschoon (vlekkeloos; smetteloos)
    spotless; clean as a whistle

Vertaal Matrix voor brandschoon:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
immaculate brandhelder; brandschoon; kraakhelder onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos
spick-and-span brandhelder; brandschoon; kraakhelder
spotless brandhelder; brandschoon; kraakhelder; smetteloos; vlekkeloos onbesmet; onbevlekt; onschuldig; rein; vlekkeloos
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clean as a whistle brandschoon; smetteloos; vlekkeloos

Verwante woorden van "brandschoon":

  • brandschone