Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. canon:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor canon (Nederlands) in het Engels

canon:

canon [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de canon
    the canon; the praise
    • canon [the ~] zelfstandig naamwoord
    • praise [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de canon
    the canon
    • canon [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor canon:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
canon canon gewichtstuk; kanon; stuk
praise canon
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
praise aanbevelen; aanprijzen; achten; de hemel in prijzen; eerbied bewijzen; eerbiedigen; eren; hemelhoog prijzen; hoogachten; hoogschatten; lofprijzen; loven; ophemelen; prijzen; respecteren; roemen; vereren; zich lovend uitlaten

Verwante woorden van "canon":

  • canons

Wiktionary: canon

canon
noun
  1. eucharistic prayer
  2. religious law
  3. piece of music
  4. generally accepted principle
  5. group of literary works
  6. song