Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. decimeren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor decimeren (Nederlands) in het Engels

decimeren:

decimeren werkwoord (decimeer, decimeert, decimeerde, decimeerden, gedecimeerd)

  1. decimeren (minder talrijk maken; dunnen)
    to decimate; to thin; to thin out; make less numerous

Conjugations for decimeren:

o.t.t.
  1. decimeer
  2. decimeert
  3. decimeert
  4. decimeren
  5. decimeren
  6. decimeren
o.v.t.
  1. decimeerde
  2. decimeerde
  3. decimeerde
  4. decimeerden
  5. decimeerden
  6. decimeerden
v.t.t.
  1. heb gedecimeerd
  2. hebt gedecimeerd
  3. heeft gedecimeerd
  4. hebben gedecimeerd
  5. hebben gedecimeerd
  6. hebben gedecimeerd
v.v.t.
  1. had gedecimeerd
  2. had gedecimeerd
  3. had gedecimeerd
  4. hadden gedecimeerd
  5. hadden gedecimeerd
  6. hadden gedecimeerd
o.t.t.t.
  1. zal decimeren
  2. zult decimeren
  3. zal decimeren
  4. zullen decimeren
  5. zullen decimeren
  6. zullen decimeren
o.v.t.t.
  1. zou decimeren
  2. zou decimeren
  3. zou decimeren
  4. zouden decimeren
  5. zouden decimeren
  6. zouden decimeren
en verder
  1. ben gedecimeerd
  2. bent gedecimeerd
  3. is gedecimeerd
  4. zijn gedecimeerd
  5. zijn gedecimeerd
  6. zijn gedecimeerd
diversen
  1. decimeer!
  2. decimeert!
  3. gedecimeerd
  4. decimerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor decimeren:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
decimate decimeren; dunnen; minder talrijk maken uitdunnen; wegkappen
make less numerous decimeren; dunnen; minder talrijk maken
thin decimeren; dunnen; minder talrijk maken
thin out decimeren; dunnen; minder talrijk maken uitdunnen; wegkappen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
thin berooid; dun; fijn; fijngebouwd; geen vet op de botten hebbende; iel; karig; mager; pover; rank; schraal; schriel; slank; tenger

Wiktionary: decimeren

decimeren
verb
  1. sterk in aantal terugbrengen, gewoonlijk door afslachting
decimeren
verb
  1. to reduce to one-tenth
  2. to severely reduce
  3. Roman history: to kill one out of ten men