Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. deugdzaamheid:
  2. deugdzaam:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor deugdzaamheid (Nederlands) in het Engels

deugdzaamheid:

deugdzaamheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de deugdzaamheid (degelijkheid; eerbaarheid; deugdelijkheid)
    the decency; the virtue; the modesty; the solidity; the chastity; the soundness
    • decency [the ~] zelfstandig naamwoord
    • virtue [the ~] zelfstandig naamwoord
    • modesty [the ~] zelfstandig naamwoord
    • solidity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • chastity [the ~] zelfstandig naamwoord
    • soundness [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor deugdzaamheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chastity degelijkheid; deugdelijkheid; deugdzaamheid; eerbaarheid kuisheid; onbevlektheid; onbezoedeldheid; onschuldigheid; reinheid; zedigheid
decency degelijkheid; deugdelijkheid; deugdzaamheid; eerbaarheid beleefdheid; beschaafdheid; betamelijkheid; braafheid; decorum; eerbaarheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; gepastheid; gevoeglijkheid; gevoeligheid mbt het betamelijke; keurigheid; kiesheid; netheid; onberispelijkheid; ordelijkheid; welgemanierdheid; welvoeglijkheid
modesty degelijkheid; deugdelijkheid; deugdzaamheid; eerbaarheid bescheidenheid; dienst; gedienstige handeling; gedienstigheid; gematigdheid; ingetogenheid; matigheid; pretentieloosheid; stemmigheid; voorkomendheid; zedigheid
solidity degelijkheid; deugdelijkheid; deugdzaamheid; eerbaarheid betrouwbaarheid; degelijkheid; deugdelijkheid; hechtheid; soliditeit; stevigheid; vastheid
soundness degelijkheid; deugdelijkheid; deugdzaamheid; eerbaarheid betrouwbaarheid; degelijkheid; deugdelijkheid; gaafheid; gedegenheid; gegrondheid; gerechtigdheid; goede kwaliteit; keurigheid; netheid; onberispelijkheid; opgeruimdheid; ordelijkheid; properheid; smetteloosheid; soliditeit; stevigheid
virtue degelijkheid; deugdelijkheid; deugdzaamheid; eerbaarheid braafheid; deugd

Verwante woorden van "deugdzaamheid":


Wiktionary: deugdzaamheid

deugdzaamheid
noun
  1. excellence in morals
  2. chastity and faithfulness

deugdzaam:

deugdzaam bijvoeglijk naamwoord

  1. deugdzaam (eerzaam; zedig)
    virtuous; decent; reputable; worthy; honest; fair; respectable; clean
  2. deugdzaam (braaf; zoet; lief; voorbeeldig)
    well-behaved; honest; good

Vertaal Matrix voor deugdzaam:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fair kermis; kermisterrein
good artikel; ding; goed; item; object; product; voorwerp; zaak
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clean bergen; opruimen; reinigen; schonen; schoonmaken; schoonpoetsen; uitwassen; wassen; zemen; zuiveren
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
honest braaf; deugdzaam; eerzaam; lief; voorbeeldig; zedig; zoet braaf; eerlijk; fideel; onbewimpeld; onomwonden; onverholen; open; openhartig; openlijk; oprecht; rechtdoorzee; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; ronduit; trouwhartig; volmondig; vrij; vrijelijk; vrijuit
reputable deugdzaam; eerzaam; zedig beschaafd; fatsoenlijk; netjes; welgemanierd; welopgevoed
respectable deugdzaam; eerzaam; zedig aanmerkelijk; aanzienlijk; achtbaar; achtenswaardig; beduidend; behoorlijk; beschaafd; decent; eerbaar; eerbiedwaardig; eerbiedwekkend; eerzaam; enorm; fatsoenlijk; flink; fors; indrukwekkend; keurig; kies; manierlijk; netjes; respectabel; substantieel; welgemanierd; welopgevoed; welvoeglijk
virtuous deugdzaam; eerzaam; zedig
well-behaved braaf; deugdzaam; lief; voorbeeldig; zoet
worthy deugdzaam; eerzaam; zedig menswaardig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clean deugdzaam; eerzaam; zedig gewoonweg; gladweg; hygienisch; kuis; net; netjes; opgeruimd; ordelijk; proper; rein; ronduit; schoon; zindelijk; zuiver
decent deugdzaam; eerzaam; zedig betamelijk; decent; eerbaar; eerzaam; fatsoenlijk; keurig; kies; manierlijk; menswaardig; netjes; respectabel; welgevoeglijk; welvoeglijk
fair deugdzaam; eerzaam; zedig behoorlijke; betrekkelijk; billijk; blond; eerlijk; fair; fideel; geschikt; goudblond; onbewimpeld; onomwonden; onverholen; open; openhartig; oprecht; rechtschapen; redelijk; redelijke; relatief; rondborstig; ronduit; schappelijk; tamelijke; trouwhartig; vrij; vrijelijk; vrijuit
good braaf; deugdzaam; lief; voorbeeldig; zoet aangenaam; akkoord; behaaglijk; bekwaam; capabel; competent; deskundig; fijn; geschikt; in orde; leuk; mee eens; oordeelkundig; plezant; plezierig; prettig; ter zake kundig; vakbekwaam; vakkundig

Verwante woorden van "deugdzaam":