Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. dichtheid:
  2. dicht:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor dichtheid (Nederlands) in het Engels

dichtheid:

dichtheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de dichtheid (concentratie)
    the density; the concentration

Vertaal Matrix voor dichtheid:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
concentration concentratie; dichtheid aandacht verenigen; aaneenschakeling; concentratie; geconcentreerdheid; samentrekking; samenvoeging
density concentratie; dichtheid

Verwante woorden van "dichtheid":


Wiktionary: dichtheid

dichtheid
noun
  1. compactheid
dichtheid
noun
  1. physics: amount of matter contained by a given volume

Cross Translation:
FromToVia
dichtheid density densité — Quantité d’élément par unité d’espace
dichtheid density masse volumique — physique|fr grandeur physique définie par la masse d’un matériau par unité de volume. L’unité SI en est le kilogramme par mètre cube (kg/m³) mais on utilise couramment le gramme par centimètre cube (g/cm³). La densité relative d’un liquide ou d’un solide est presque
dichtheid thickness épaisseur — géométrie|fr qualité de ce qui est épais.

dichtheid vorm van dicht:

dicht bijvoeglijk naamwoord

  1. dicht (afgesloten; gesloten; toe)
    closed; dense; shut
    • closed bijvoeglijk naamwoord
    • dense bijvoeglijk naamwoord
    • shut bijvoeglijk naamwoord
  2. dicht (dicht opeen)
    dense
    • dense bijvoeglijk naamwoord
  3. dicht (op slot; gesloten)
    sealed; locked

Vertaal Matrix voor dicht:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
shut afsluiten; dichtdoen; dichten; dichtgaan; dichtmaken; dichtstoppen; dichtvallen; sluiten; stoppen; toedoen; toemaken; toetrekken; toevallen; zich sluiten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
closed afgesloten; dicht; gesloten; toe afgesloten; dicht zijn; geloken
dense afgesloten; dicht; dicht opeen; gesloten; toe achterlijk; afgestompt; breinloos; dom; geesteloos; hardleers; hersenloos; idioot; onbenullig; onnozel; onverstandig; stompzinnig; stupide; verstandeloos
locked dicht; gesloten; op slot vergrendeld
sealed dicht; gesloten; op slot gezegeld; verzegeld
shut afgesloten; dicht; gesloten; toe dicht zijn
- dik
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
- toe

Verwante woorden van "dicht":


Synoniemen voor "dicht":


Antoniemen van "dicht":


Verwante definities voor "dicht":

  1. zonder veel tussenruimte1
    • de stoelen stonden dicht bij elkaar1
  2. je kunt er niet bij of in of door1
    • de deur naar de kamer is dicht1

Wiktionary: dicht

dicht
adjective
  1. compact
  2. gesloten
dicht
adjective
  1. dense
  2. not open
  3. densely crowded or packed
  4. impenetrable to sight
adverb
  1. -

Cross Translation:
FromToVia
dicht concentrated; dense; thick; condensed denseépais, compact, dont les parties nous paraissent plus épaisses ou plus serrées.

Verwante vertalingen van dichtheid