Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. doppen:
  2. dop:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor doppen (Nederlands) in het Engels

doppen:

doppen werkwoord (dop, dopt, dopte, dopten, gedopt)

  1. doppen (pellen)
    to peel
    • peel werkwoord (peels, peeled, peeling)

Conjugations for doppen:

o.t.t.
  1. dop
  2. dopt
  3. dopt
  4. doppen
  5. doppen
  6. doppen
o.v.t.
  1. dopte
  2. dopte
  3. dopte
  4. dopten
  5. dopten
  6. dopten
v.t.t.
  1. heb gedopt
  2. hebt gedopt
  3. heeft gedopt
  4. hebben gedopt
  5. hebben gedopt
  6. hebben gedopt
v.v.t.
  1. had gedopt
  2. had gedopt
  3. had gedopt
  4. hadden gedopt
  5. hadden gedopt
  6. hadden gedopt
o.t.t.t.
  1. zal doppen
  2. zult doppen
  3. zal doppen
  4. zullen doppen
  5. zullen doppen
  6. zullen doppen
o.v.t.t.
  1. zou doppen
  2. zou doppen
  3. zou doppen
  4. zouden doppen
  5. zouden doppen
  6. zouden doppen
diversen
  1. dop!
  2. dopt!
  3. gedopt
  4. doppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

doppen [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het doppen (pellen)
    the peeling
    • peeling [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor doppen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
peel peul; schil; vel
peeling doppen; pellen schilferen; vervellen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
peel doppen; pellen afbladderen; jassen; pellen; schillen; vervellen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
peeling schilferachtig

Verwante woorden van "doppen":


Wiktionary: doppen

doppen
verb
  1. het verwijderen van de peulenschillen van erwten, bonen, enzovoort
doppen
verb
  1. to remove the hull of a fruit or seed; to peel

doppen vorm van dop:

dop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de dop (bolster; schaal; schil)
    the shell; the husk; the hull
    • shell [the ~] zelfstandig naamwoord
    • husk [the ~] zelfstandig naamwoord
    • hull [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de dop (sluitdop)
    the cap; the lid; the top
    • cap [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lid [the ~] zelfstandig naamwoord
    • top [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. de dop (stolp; deksel; boerenhuis; )
    the bell jar; the glass bell

Vertaal Matrix voor dop:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bell jar boerenhuis; deksel; dop; kaasstolp; stolp; stolphuis; stulpkooi
cap dop; sluitdop baret; hoofddeksel; kap; kapje; klappertje; kroonkurk; muts; pet; uniformmuts; uniformpet
glass bell boerenhuis; deksel; dop; kaasstolp; stolp; stolphuis; stulpkooi glazen klok; glazen stolp
hull bolster; dop; schaal; schil schaal; schelp
husk bolster; dop; schaal; schil schaal; schelp
lid dop; sluitdop deksel; lid
shell bolster; dop; schaal; schil behuizing; bom; casco; cascowoning; chassis; explosief; frame; geraamte; granaat; huls; omhulling; omhulsel; omkleedsel; omwindsel; peul; raamwerk; schaal; schelp; schil; schulp; shell; skelet; vel; verpakking
top dop; sluitdop afdekkap; bergtop; climax; dak; hoogst haalbare; hoogste punt; hoogtepunt; huif; kap; koepel; kruin; overdekking; overkapping; piek; summum; top; toppunt
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
shell bombarderen; vanuit de lucht beschieten
top afknotten; hoger bieden; knotten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
top bovenste

Verwante woorden van "dop":


Wiktionary: dop

dop
noun
  1. outer covering of a fruit or seed
  2. protective cover or seal
  3. portion of sphere

Cross Translation:
FromToVia
dop bark; shell; hull écorce — Partie superficielle et protectrice des arbres et des végétaux