Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. factie:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor factie (Nederlands) in het Engels

factie:

factie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de factie (groepering)
    the faction
    • faction [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de factie (politieke partij; partij)
    the political party; the party; the faction

Vertaal Matrix voor factie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
faction factie; groepering; partij; politieke partij
party factie; partij; politieke partij aantal personen bijeen; accumulatie; bende; ceremonie; drom; feest; feestelijkheid; feestje; festijn; festiviteit; fuif; gezelschap; groep; hoop; horde; massa; menigte; partij; partijtje; party; ploeg; samenscholing; schare; team; troep; viering
political party factie; partij; politieke partij
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
party celebreren; feesten; feestvieren; vieren

Verwante woorden van "factie":

  • facties

Wiktionary: factie

factie
noun
  1. politiek|nld agerende politieke groepering (partij binnen een partij)