Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. fouilleren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor fouilleren (Nederlands) in het Engels

fouilleren:

fouilleren werkwoord (fouilleer, fouilleert, fouilleerde, fouilleerden, gefouilleerd)

  1. fouilleren (visiteren)
    to examine; to search
    • examine werkwoord (examines, examined, examining)
    • search werkwoord (searches, searched, searching)

Conjugations for fouilleren:

o.t.t.
  1. fouilleer
  2. fouilleert
  3. fouilleert
  4. fouilleren
  5. fouilleren
  6. fouilleren
o.v.t.
  1. fouilleerde
  2. fouilleerde
  3. fouilleerde
  4. fouilleerden
  5. fouilleerden
  6. fouilleerden
v.t.t.
  1. heb gefouilleerd
  2. hebt gefouilleerd
  3. heeft gefouilleerd
  4. hebben gefouilleerd
  5. hebben gefouilleerd
  6. hebben gefouilleerd
v.v.t.
  1. had gefouilleerd
  2. had gefouilleerd
  3. had gefouilleerd
  4. hadden gefouilleerd
  5. hadden gefouilleerd
  6. hadden gefouilleerd
o.t.t.t.
  1. zal fouilleren
  2. zult fouilleren
  3. zal fouilleren
  4. zullen fouilleren
  5. zullen fouilleren
  6. zullen fouilleren
o.v.t.t.
  1. zou fouilleren
  2. zou fouilleren
  3. zou fouilleren
  4. zouden fouilleren
  5. zouden fouilleren
  6. zouden fouilleren
en verder
  1. ben gefouilleerd
  2. bent gefouilleerd
  3. is gefouilleerd
  4. zijn gefouilleerd
  5. zijn gefouilleerd
  6. zijn gefouilleerd
diversen
  1. fouilleer!
  2. fouilleert!
  3. gefouilleerd
  4. fouillerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

fouilleren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. fouilleren
    the frisking; the search
    • frisking [the ~] zelfstandig naamwoord
    • search [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fouilleren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
frisking fouilleren
search fouilleren doorzoeking; huiszoeking; speurtocht; zoektocht
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
examine fouilleren; visiteren aanschouwen; aanvragen; aanzoeken; bekijken; beproeven; bezichtigen; bezien; controleren; examen afnemen; examineren; inspecteren; keuren; nagaan; nakijken; onderzoeken; overhoren; proberen; schouwen; testen; toetsen; uitnodigen; uitproberen; uittesten; verzoeken; vragen
search fouilleren; visiteren doorzoeken; grondig doorzoeken; neuzen; speuren; uitkammen; zoeken

Wiktionary: fouilleren

fouilleren
verb
  1. iemand aftasten of er iets op het lijf gedragen wordt
fouilleren
verb
  1. search somebody by feeling their clothes