Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. genomen:
  2. nemen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor genomen (Nederlands) in het Engels

genomen:

genomen bijvoeglijk naamwoord

  1. genomen (beetgenomen)
    taken; taken in; fooled

Vertaal Matrix voor genomen:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
taken beetgenomen; genomen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fooled beetgenomen; genomen wijsgemaakt
taken in beetgenomen; genomen

nemen:

nemen werkwoord (neem, neemt, nam, namen, genomen)

  1. nemen (pakken)
    – het grijpen of tevoorschijn halen 1
    to take
    • take werkwoord (takes, took, taking)

Conjugations for nemen:

o.t.t.
  1. neem
  2. neemt
  3. neemt
  4. nemen
  5. nemen
  6. nemen
o.v.t.
  1. nam
  2. nam
  3. nam
  4. namen
  5. namen
  6. namen
v.t.t.
  1. heb genomen
  2. hebt genomen
  3. heeft genomen
  4. hebben genomen
  5. hebben genomen
  6. hebben genomen
v.v.t.
  1. had genomen
  2. had genomen
  3. had genomen
  4. hadden genomen
  5. hadden genomen
  6. hadden genomen
o.t.t.t.
  1. zal nemen
  2. zult nemen
  3. zal nemen
  4. zullen nemen
  5. zullen nemen
  6. zullen nemen
o.v.t.t.
  1. zou nemen
  2. zou nemen
  3. zou nemen
  4. zouden nemen
  5. zouden nemen
  6. zouden nemen
en verder
  1. ben genomen
  2. bent genomen
  3. is genomen
  4. zijn genomen
  5. zijn genomen
  6. zijn genomen
diversen
  1. neem!
  2. neemt!
  3. genomen
  4. nemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor nemen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
take baat; gewin; profijt; winst
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
take nemen; pakken aangrijpen; aannemen; aanpakken; aanvaarden; aanwenden; accepteren; achteroverdrukken; afhalen; afnemen; benemen; benutten; bezetten; bezigen; cadeau aannemen; gappen; gebruik maken van; gebruiken; grijpen; hanteren; ingrijpen; innemen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; medicijn innemen; meenemen; naartoe brengen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; ophalen; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toegrijpen; toepassen; toetasten; toeëigenen; utiliseren; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; verstouwen; verstuwen; vervreemden; weghalen; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken; zich bedienen
- pakken

Synoniemen voor "nemen":


Antoniemen van "nemen":


Verwante definities voor "nemen":

  1. het accepteren1
    • ik neem het niet langer!1
  2. het kopen of bestellen1
    • we nemen een taxi1
  3. het grijpen of tevoorschijn halen1
    • neem maar een koekje hoor!1

Wiktionary: nemen

nemen
verb
  1. iets vastpakken met de handen
nemen
verb
  1. take, catch (transportation)
  2. obtain
  3. debate or dispose of a motion
  4. take up as an example
  5. to grasp and pull with fingers
  6. to grab with the hands
  7. to grab and move to oneself
  8. to get into one's possession

Cross Translation:
FromToVia
nemen have; wreak; take; seize; do nehmen — eine Sache greifen

Verwante vertalingen van genomen