Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. gereed:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gereed (Nederlands) in het Engels

gereed:

gereed bijvoeglijk naamwoord

  1. gereed (doorgekookt; gedaan; gaar)
    done; cooked-through; finished; ready; over
  2. gereed (af; voltooid; over; )
    over; finished; accomplished; out; completed; ready; prepared; ready for use; achieved; concluded; evident; clear
  3. gereed (volbracht; gedaan; klaar; beëindigd; af)
    done; completed; finished; off
  4. gereed (voltooid; klaar; beëindigd; )
    over; accomplished; finished; achieved; completed; ready; complete
  5. gereed (paraat; klaar)
    prepared; ready; ready for use

Vertaal Matrix voor gereed:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clear afdekken; afruimen; banen; bevrijden; dechargeren; emanciperen; inklaren; klaren; ledigen; leeghalen; leegmaken; legen; onschuldig verklaren; opruimen; reinigen; ruimen; schoonmaken; schoonpoetsen; uithalen; uitmesten; uitruimen; uitschakelen; uitverkopen; verlossen; verrekenen; vrijmaken; vrijpleiten; vrijspraak bepleiten; vrijspreken; vrijvechten; wissen; zuiveren
complete afkrijgen; afmaken; afronden; afwerken; beëindigen; compleet maken; completeren; een einde maken aan; klaarkrijgen; klaarmaken; perfectioneren; vervolledigen; vervolmaken; volbrengen; volledig maken; volmaken; voltooien
finished ten einde zijn
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
accomplished af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij
complete af; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij afgerond; algeheel; allemaal; alles; compleet; gecompleteerd; helemaal; kompleet; plenair; totaal; volkomen; volledig; volslagen; voltallig
completed af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; volbracht; voltooid; voorbij afgerond; gecompleteerd; uitgevoerd; verricht; voleindigd
concluded af; afgedaan; afgelopen; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij
done af; beëindigd; doorgekookt; gaar; gedaan; gereed; klaar; volbracht afgehandeld; afgemat; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; duidelijk; flagrant; hondsmoe; op; overduidelijk; zo klaar als een klontje; zonneklaar
evident af; afgedaan; afgelopen; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij apert; duidelijk; flagrant; overduidelijk; zo klaar als een klontje; zonneklaar
finished af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; doorgekookt; gaar; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; volbracht; voltooid; voorbij aan stukken; afgemat; defect; dodelijk vermoeid; doodmoe; doodop; gebroken; hondsmoe; in stukken; kapot; onklaar; op; stuk
prepared af; afgedaan; afgelopen; gereed; geëindigd; klaar; over; paraat; uit; voltooid; voorbij bedacht; gewapend; voorbereid
ready af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; doorgekookt; gaar; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; paraat; uit; voltooid; voorbij bereidvaardig; bereidwillig; gedwee; gewillig; inschikkelijk; meegaand; soepel; toegeeflijk; toegevend; welwillend
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
done akkoord; oké
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
achieved af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij
clear af; afgedaan; afgelopen; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij aanschouwelijk; begrijpelijk; bevattelijk; blank; bleek; blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; direct; doorschijnend; doorzichtig; duidelijk; duidelijk klinkend; fideel; flagrant; fleurig; geestig; helder; helderklinkend; herkenbaar; inzichtelijk; jolig; klaar; klaar als een klontje; klare; kleurig; kleurloos; kwiek; levendig; loos; lustig; monter; onbewolkt; ongekleurd; onmiskenbaar; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; overduidelijk; recht door zee; regelrecht; transparant; uitgelaten; verhelderend; verstaanbaar; vrij; vrolijk; wakker; welgemoed; zo klaar als een klontje; zonder taak; zonneklaar; zonnig
cooked-through doorgekookt; gaar; gedaan; gereed
off af; beëindigd; gedaan; gereed; klaar; volbracht eraf; ernaast; ervandoor; ervantussen; fout; foutief; mis; onjuist; onwaar; ten onrechte; uit; vanaf deze plaats; verkeerd; weg
out af; afgedaan; afgelopen; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij daaruit; er op uit; er uit; ertussenuit; eruit; op stap; uit; van; vanaf deze plaats; vanaf nu; vanuit; weg
over af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; doorgekookt; gaar; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij boven; bovenop; erboven; gepasseerd; omver; over; overheen; voorbij
ready for use af; afgedaan; afgelopen; gereed; geëindigd; klaar; over; paraat; uit; voltooid; voorbij gebruiksklaar; operationeel

Verwante woorden van "gereed":


Wiktionary: gereed

gereed
adjective
  1. als predicaat: voor gebruik klaar gemaakt
gereed
adjective
  1. Prepared for immediate action or use

Cross Translation:
FromToVia
gereed finished; ready prêt — Qui est en état de faire, de dire, de recevoir, etc... (Sens général).

Verwante vertalingen van gereed