Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. gewijd:
  2. wijden:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gewijd (Nederlands) in het Engels

gewijd:

gewijd bijvoeglijk naamwoord

  1. gewijd (heilig)
    sacred; holy; consecrated; sacrosanct

Vertaal Matrix voor gewijd:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
consecrated gewijd; heilig
holy gewijd; heilig
sacred gewijd; heilig
sacrosanct gewijd; heilig

Wiktionary: gewijd

gewijd
adjective
  1. dedicated to a religious purpose

Cross Translation:
FromToVia
gewijd holy; sacred sacré — (religion) Qui concerner la religion, qui a pour objet le culte de Dieu ou des dieux.
gewijd holy; sacred; sainted saintpur, souverainement parfait et bienheureux.

wijden:

wijden werkwoord (wijd, wijdt, wijdde, wijdden, gewijd)

  1. wijden (inzegenen; zegenen; heiligen; inwijden)
    to consecrate; sanctify; to bless
    • consecrate werkwoord (consecrates, consecrated, consecrating)
    • sanctify werkwoord
    • bless werkwoord (blesss, blessed, blessing)

Conjugations for wijden:

o.t.t.
  1. wijd
  2. wijdt
  3. wijdt
  4. wijden
  5. wijden
  6. wijden
o.v.t.
  1. wijdde
  2. wijdde
  3. wijdde
  4. wijdden
  5. wijdden
  6. wijdden
v.t.t.
  1. heb gewijd
  2. hebt gewijd
  3. heeft gewijd
  4. hebben gewijd
  5. hebben gewijd
  6. hebben gewijd
v.v.t.
  1. had gewijd
  2. had gewijd
  3. had gewijd
  4. hadden gewijd
  5. hadden gewijd
  6. hadden gewijd
o.t.t.t.
  1. zal wijden
  2. zult wijden
  3. zal wijden
  4. zullen wijden
  5. zullen wijden
  6. zullen wijden
o.v.t.t.
  1. zou wijden
  2. zou wijden
  3. zou wijden
  4. zouden wijden
  5. zouden wijden
  6. zouden wijden
diversen
  1. wijd!
  2. wijdt!
  3. gewijd
  4. wijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor wijden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bless heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen
consecrate heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen
sanctify heiligen; inwijden; inzegenen; wijden; zegenen

Wiktionary: wijden

wijden
verb
  1. to commit oneself for a certain matter
  2. to commit (oneself) to a particular course of thought or action
  3. to set apart for a deity or for religious purposes; consecrate
  4. to make holy

Cross Translation:
FromToVia
wijden bless; consecrate; ordain bénir — (religion) consacrer au culte, au service divin avec certaines cérémonies.