Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor gieten (Nederlands) in het Engels

gieten:

gieten werkwoord (giet, giette, gietten, gegoten)

  1. gieten (schenken; uitstorten)
    to pour; to sprinkle
    • pour werkwoord (pours, poured, pouring)
    • sprinkle werkwoord (sprinkles, sprinkled, sprinkling)
  2. gieten (stortregenen; plenzen)
    to rain cats and dogs; to pelt; to pour with rain
    • rain cats and dogs werkwoord (rains cats and dogs, rained cats and dogs, raining cats and dogs)
    • pelt werkwoord (pelts, pelted, pelting)
    • pour with rain werkwoord (pours with rain, poured with rain, pouring with rain)

Conjugations for gieten:

o.t.t.
  1. giet
  2. giet
  3. giet
  4. gieten
  5. gieten
  6. gieten
o.v.t.
  1. giette
  2. giette
  3. giette
  4. gietten
  5. gietten
  6. gietten
v.t.t.
  1. heb gegoten
  2. hebt gegoten
  3. heeft gegoten
  4. hebben gegoten
  5. hebben gegoten
  6. hebben gegoten
v.v.t.
  1. had gegoten
  2. had gegoten
  3. had gegoten
  4. hadden gegoten
  5. hadden gegoten
  6. hadden gegoten
o.t.t.t.
  1. zal gieten
  2. zult gieten
  3. zal gieten
  4. zullen gieten
  5. zullen gieten
  6. zullen gieten
o.v.t.t.
  1. zou gieten
  2. zou gieten
  3. zou gieten
  4. zouden gieten
  5. zouden gieten
  6. zouden gieten
diversen
  1. giet!
  2. giet!
  3. gegoten
  4. gieten
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

gieten [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. gieten (stortregenen; storten; plenzen)
    the downpour; the pouring rain; the heavy shower

Vertaal Matrix voor gieten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
downpour gieten; plenzen; storten; stortregenen bui; gietbui; plensbui; regenbui; slagregen; stortbui; stortregen; zware regenbui
heavy shower gieten; plenzen; storten; stortregenen gietbui; plensbui; slagregen; stortbui; stortregen; zware regenbui
pelt huid; vel
pouring rain gieten; plenzen; storten; stortregenen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pelt gieten; plenzen; stortregenen
pour gieten; schenken; uitstorten bijgieten; gieten op; gulpen; gutsen; in stralen lopen; in stromen neerstorten; inschenken; intappen; opgieten; schenken; serveren; tappen; vloeien
pour with rain gieten; plenzen; stortregenen
rain cats and dogs gieten; plenzen; stortregenen
sprinkle gieten; schenken; uitstorten begieten; besprenkelen; besproeien; rondstrooien; sprenkelen; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien; water geven

Verwante definities voor "gieten":

  1. een vloeistof in een straal ergens gooien1
    • giet het water maar over de planten1
  2. hard regenen1
    • het regent dat het giet1

Wiktionary: gieten

gieten
verb
  1. een vloeistof vallend laten vloeien
gieten
verb
  1. to make by pouring into a mould
  2. to cause to flow in a stream

Cross Translation:
FromToVia
gieten drench; flood; overwhelm; swamp; dampen; irrigate; water abreuverfaire boire (un animal, particulièrement un cheval).
gieten irrigate; water; wet mouiller — Traductions à trier suivant le sens.
gieten mould moulerjeter en moule, faire au moule.
gieten dump; pour; pour out; tip; scatter; shed verser — Traductions à trier suivant le sens

Verwante vertalingen van gieten