Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. godsvrucht:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor godsvrucht (Nederlands) in het Engels

godsvrucht:

godsvrucht [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de godsvrucht (godvrezendheid; vroomheid; godvruchtigheid)
    the devoutness; the piety; the orthodoxness; the religiousness

Vertaal Matrix voor godsvrucht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
devoutness godsvrucht; godvrezendheid; godvruchtigheid; vroomheid gelovigheid; godsdienstigheid; godvrezendheid; godvruchtigheid; godzaligheid; vroomheid
orthodoxness godsvrucht; godvrezendheid; godvruchtigheid; vroomheid
piety godsvrucht; godvrezendheid; godvruchtigheid; vroomheid gelovigheid; godsdienstigheid; godvrezendheid; godvruchtigheid; godzaligheid; piëteit; vroomheid
religiousness godsvrucht; godvrezendheid; godvruchtigheid; vroomheid kerksgezindheid; kerksheid