Nederlands

Uitgebreide vertaling voor herleiden (Nederlands) in het Engels

herleiden:

herleiden werkwoord (herleid, herleidt, herleidde, herleidden, herleid)

  1. herleiden (terugvoeren)
    to trace back; to reduce; to simplify
    • trace back werkwoord (traces back, traced back, tracing back)
    • reduce werkwoord (reduces, reduced, reducing)
    • simplify werkwoord (simplifies, simplified, simplifying)

Conjugations for herleiden:

o.t.t.
  1. herleid
  2. herleidt
  3. herleidt
  4. herleiden
  5. herleiden
  6. herleiden
o.v.t.
  1. herleidde
  2. herleidde
  3. herleidde
  4. herleidden
  5. herleidden
  6. herleidden
v.t.t.
  1. heb herleid
  2. hebt herleid
  3. heeft herleid
  4. hebben herleid
  5. hebben herleid
  6. hebben herleid
v.v.t.
  1. had herleid
  2. had herleid
  3. had herleid
  4. hadden herleid
  5. hadden herleid
  6. hadden herleid
o.t.t.t.
  1. zal herleiden
  2. zult herleiden
  3. zal herleiden
  4. zullen herleiden
  5. zullen herleiden
  6. zullen herleiden
o.v.t.t.
  1. zou herleiden
  2. zou herleiden
  3. zou herleiden
  4. zouden herleiden
  5. zouden herleiden
  6. zouden herleiden
en verder
  1. is herleid
  2. zijn herleid
diversen
  1. herleid!
  2. herleidt!
  3. herleid
  4. herleidend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor herleiden:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
reduce herleiden; terugvoeren afnemen; afprijzen; beknotten; beperken; disloqueren; door koken dikker maken; door koken verdikken; inbinden; indikken; inkoken; inkrimpen; inperken; kleiner maken; krimpen; lager maken; minder maken; minder worden; minderen; minimaliseren; reduceren; roeren; slinken; temperen; verdikken; verkleinen; verkorten; verlagen; verleggen; verminderen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten
simplify herleiden; terugvoeren bemakkelijken; disloqueren; roeren; simplificeren; vereenvoudigen; vergemakkelijken; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; versoberen; vervoeren; verzetten
trace back herleiden; terugvoeren disloqueren; roeren; verleggen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervoeren; verzetten

Wiktionary: herleiden


Cross Translation:
FromToVia
herleiden couch; demean; deprave; discredit; downsize; destroy; ruin; wreck; decrease; lessen; diminish; shrink; abridge; cry down; cut up; demolish; pull to pieces; run down; write down; draw; streak; mortify abaisser — Mettre en position plus basse, faire descendre, diminuer la hauteur.
herleiden reduce; downsize; lower réduirerestreindre, diminuer, ou faire diminuer.