Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. jus:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor jus (Nederlands) in het Engels

jus:

jus [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de jus (saus)
    the sauce; the gravy
    • sauce [the ~] zelfstandig naamwoord
    • gravy [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de jus (vruchtensap; sap; sapje)
    the juice; the fruit juice

Vertaal Matrix voor jus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fruit juice jus; sap; sapje; vruchtensap vruchtensap
gravy jus; saus
juice jus; sap; sapje; vruchtensap nat; vloeistof; vocht
sauce jus; saus

Wiktionary: jus

jus
noun
  1. voeding|nld kookkunst|nld saus voor spijzen, bereid uit vleesnat ebank|jus2
jus
noun
  1. sauce

Cross Translation:
FromToVia
jus gravy; sauce sauce — cuis|nocat=1 assaisonnement liquide, souvent émulsionner, comprenant du sel, des épices ou des aromates.