Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. kerkelijk:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor kerkelijk:
    • ecclesiastical


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kerkelijk (Nederlands) in het Engels

kerkelijk:

kerkelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. kerkelijk (geestelijk; religieus; gelovig; )
    religious; spiritual; devout; pious; God-fearing
  2. kerkelijk (kerksgezind; kerks)
    churchgoing

Vertaal Matrix voor kerkelijk:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
churchgoing kerkelijk; kerks; kerksgezind
devout geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; kerkelijk; religieus; vroom devoot; godsdienstig; godsvruchtig; godzalig; religieus; vroom
pious geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; kerkelijk; religieus; vroom devoot; godsvruchtig; godzalig; vroom
religious geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; kerkelijk; religieus; vroom godsdienstig; religieus; vroom
spiritual geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; kerkelijk; religieus; vroom geestelijk; geestelijke; innerlijk; inwendig; onstoffelijk; spiritueel; spirituele
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
God-fearing geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; kerkelijk; religieus; vroom godvrezend; godzalig

Verwante woorden van "kerkelijk":

  • kerkelijkheid, kerkelijke

Wiktionary: kerkelijk

kerkelijk
adjective
  1. pertaining to the church