Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. klepper:
  2. klepperen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor klepper (Nederlands) in het Engels

klepper:

klepper [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de klepper
    the rattle; the clapper; the cracker; the clatter; the tattler; the clacker
    • rattle [the ~] zelfstandig naamwoord
    • clapper [the ~] zelfstandig naamwoord
    • cracker [the ~] zelfstandig naamwoord
    • clatter [the ~] zelfstandig naamwoord
    • tattler [the ~] zelfstandig naamwoord
    • clacker [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor klepper:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clacker klepper
clapper klepper applaudisseur; klapper; klappernoot; klepel; kleppel; kokosnoot
clatter klepper gekletter; gerammel
cracker klepper absolute meevaller; bestseller; hit; klapper; succes; topper; voetzoeker
rattle klepper babbelaar; babbelaarster; gereutel; gerochel; kinderspeeltje; klep; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kletstante; kwebbel; leuteraar; leuteraarster; leuterkous; rammelaar; ratel; zwammer; zwetser
tattler klepper
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clapper klakken; klapperen; kleppen
clatter klakken; kleppen; klossen; lopen met geluid; luidkeels iets verkondigen; schetteren; stommelen; tetteren
rattle babbelen; daveren; denderen; dreunen; kakelen; klappen; klepperen; kletsen; kwaken; kwebbelen; kwekken; kwetteren; piepen; praten; snateren; spreken; wauwelen; zwammen

Verwante woorden van "klepper":


klepperen:

klepperen werkwoord (klepper, kleppert, klepperde, klepperden, geklepperd)

  1. klepperen
    to ruckle; to flutter
    • ruckle werkwoord (ruckles, ruckled, ruckling)
    • flutter werkwoord (flutters, fluttered, fluttering)
    to rattle
    – make short successive sounds 1
    • rattle werkwoord (rattles, rattled, rattling)

Conjugations for klepperen:

o.t.t.
  1. klepper
  2. kleppert
  3. kleppert
  4. klepperen
  5. klepperen
  6. klepperen
o.v.t.
  1. klepperde
  2. klepperde
  3. klepperde
  4. klepperden
  5. klepperden
  6. klepperden
v.t.t.
  1. heb geklepperd
  2. hebt geklepperd
  3. heeft geklepperd
  4. hebben geklepperd
  5. hebben geklepperd
  6. hebben geklepperd
v.v.t.
  1. had geklepperd
  2. had geklepperd
  3. had geklepperd
  4. hadden geklepperd
  5. hadden geklepperd
  6. hadden geklepperd
o.t.t.t.
  1. zal klepperen
  2. zult klepperen
  3. zal klepperen
  4. zullen klepperen
  5. zullen klepperen
  6. zullen klepperen
o.v.t.t.
  1. zou klepperen
  2. zou klepperen
  3. zou klepperen
  4. zouden klepperen
  5. zouden klepperen
  6. zouden klepperen
diversen
  1. klepper!
  2. kleppert!
  3. geklepperd
  4. klepperend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor klepperen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flutter jengel
rattle babbelaar; babbelaarster; gereutel; gerochel; kinderspeeltje; klep; klepper; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kletstante; kwebbel; leuteraar; leuteraarster; leuterkous; rammelaar; ratel; zwammer; zwetser
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flutter klepperen fladderen; wapperen
rattle klepperen babbelen; daveren; denderen; dreunen; kakelen; klappen; kletsen; kwaken; kwebbelen; kwekken; kwetteren; piepen; praten; snateren; spreken; wauwelen; zwammen
ruckle klepperen

Verwante woorden van "klepperen":