Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. kraag:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kraag (Nederlands) in het Engels

kraag:

kraag [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de kraag (boord; halskraag)
    the collar
    • collar [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kraag:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
collar boord; halskraag; kraag boordje; gareel; halsband; harnas; kraagje; leiband; toom; tuig
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
collar achteroverdrukken; afnemen; benemen; gappen; inpikken; jatten; kapen; leegstelen; ontfutselen; ontnemen; ontvreemden; pikken; plunderen; roven; snaaien; stelen; toeëigenen; verdonkeremanen; verdonkeren; verduisteren; vervreemden; wegkapen; wegnemen; wegpakken; wegpikken

Verwante woorden van "kraag":


Wiktionary: kraag

kraag
noun
  1. fabric garment part fitting around throat

Cross Translation:
FromToVia
kraag collar; neckband col — Partie d'habit autour du cou.