Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. kwetteren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor kwetteren (Nederlands) in het Engels

kwetteren:

kwetteren werkwoord (kwetter, kwettert, kwetterde, kwetterden, gekwetterd)

  1. kwetteren (praten; spreken; wauwelen; )
    to speak; to rattle; to blab; to have a conversation; to tell; to talk; to chatter; to narrate; to relate; to chat
    • speak werkwoord (speaks, spoke, speaking)
    • rattle werkwoord (rattles, rattled, rattling)
    • blab werkwoord (blabs, blabbed, blabbing)
    • have a conversation werkwoord (has a conversation, had a conversation, having a conversation)
    • tell werkwoord (tells, told, telling)
    • talk werkwoord (talks, talked, talking)
    • chatter werkwoord (chatters, chattered, chattering)
    • narrate werkwoord (narrates, narrated, narrating)
    • relate werkwoord (relates, related, relating)
    • chat werkwoord (chats, chated, chating)
  2. kwetteren (kwaken; kwekken; snateren)
    to quack; to croak
    • quack werkwoord (quacks, quacked, quacking)
    • croak werkwoord (croaks, croaked, croaking)
  3. kwetteren (kwinkeleren; tjilpen)
    to chirp
    • chirp werkwoord (chirps, chirped, chirping)
  4. kwetteren (kwaken; snateren; kakelen)
    to quack; to gabble; to chatter; to chirp
    • quack werkwoord (quacks, quacked, quacking)
    • gabble werkwoord (gabbles, gabbled, gabbling)
    • chatter werkwoord (chatters, chattered, chattering)
    • chirp werkwoord (chirps, chirped, chirping)
    to rattle
    – make short successive sounds 1
    • rattle werkwoord (rattles, rattled, rattling)

Conjugations for kwetteren:

o.t.t.
  1. kwetter
  2. kwettert
  3. kwettert
  4. kwetteren
  5. kwetteren
  6. kwetteren
o.v.t.
  1. kwetterde
  2. kwetterde
  3. kwetterde
  4. kwetterden
  5. kwetterden
  6. kwetterden
v.t.t.
  1. heb gekwetterd
  2. hebt gekwetterd
  3. heeft gekwetterd
  4. hebben gekwetterd
  5. hebben gekwetterd
  6. hebben gekwetterd
v.v.t.
  1. had gekwetterd
  2. had gekwetterd
  3. had gekwetterd
  4. hadden gekwetterd
  5. hadden gekwetterd
  6. hadden gekwetterd
o.t.t.t.
  1. zal kwetteren
  2. zult kwetteren
  3. zal kwetteren
  4. zullen kwetteren
  5. zullen kwetteren
  6. zullen kwetteren
o.v.t.t.
  1. zou kwetteren
  2. zou kwetteren
  3. zou kwetteren
  4. zouden kwetteren
  5. zouden kwetteren
  6. zouden kwetteren
diversen
  1. kwetter!
  2. kwettert!
  3. gekwetterd
  4. kwetterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor kwetteren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chat babbeltje; causerie; chat; chatgesprek; gebabbel; gekeuvel; gesprek; kout; mondeling onderhoud; praat; praatje
chatter gebabbel; gekeuvel; geklets; gekwebbel
chirp gepiep; getjilp
gabble eendegesnater; gebabbel; gekeuvel; geklets; gekwaak; gekwebbel; gesnater
quack charlatan; kwakzalver; wonderdokter
rattle babbelaar; babbelaarster; gereutel; gerochel; kinderspeeltje; klep; klepper; kletskop; kletskous; kletsmajoor; kletstante; kwebbel; leuteraar; leuteraarster; leuterkous; rammelaar; ratel; zwammer; zwetser
talk achterklap; gebabbel; geklap; geklep; geklets; gekout; gepraat; geroddel; gesprek; klap; klets; mondeling onderhoud; onderhoud; praat; praatjes; roddel; roddelpraat; roddels; samenspraak
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blab babbelen; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; spreken; wauwelen; zwammen doorgeven; doorslaan; doorspelen; doorvertellen; flappen; kletspraat verkopen; klikken; kwijlen; lullen; overbrieven; rondbrieven; rondvertellen; uit de school klappen; uitflappen; verklappen; verklikken; verlinken; verraden; zeveren; zwammen; zwetsen
chat babbelen; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; spreken; wauwelen; zwammen bomen; chatten; keuvelen; kletsen; kletspraat verkopen; kouten; kwekken; kwijlen; leuteren; lullen; praten; zeveren; zwammen; zwetsen
chatter babbelen; kakelen; klappen; kletsen; kwaken; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; spreken; wauwelen; zwammen babbelen; kletsen; kletspraat verkopen; kwebbelen; kwijlen; lullen; ratelen; zeveren; zwammen; zwetsen
chirp kakelen; kwaken; kwetteren; kwinkeleren; snateren; tjilpen krieken; piepen
croak kwaken; kwekken; kwetteren; snateren
gabble kakelen; kwaken; kwetteren; snateren raffelen
have a conversation babbelen; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; spreken; wauwelen; zwammen communiceren; een conversatie hebben; in contact staan; praten; spreken
narrate babbelen; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; spreken; wauwelen; zwammen verhaal vertellen; verhalen; vertellen
quack kakelen; kwaken; kwekken; kwetteren; snateren
rattle babbelen; kakelen; klappen; kletsen; kwaken; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; spreken; wauwelen; zwammen daveren; denderen; dreunen; klepperen; piepen
relate babbelen; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; spreken; wauwelen; zwammen relateren
speak babbelen; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; spreken; wauwelen; zwammen aanroepen; communiceren; een conversatie hebben; in contact staan; onderwerp behandelen; praaien; praten; spreken; spreken over; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; vertolken; verwoorden
talk babbelen; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; spreken; wauwelen; zwammen bezet zijn; communiceren; converseren; een conversatie hebben; in contact staan; in gesprek zijn; kouten; kwekken; praten; spreken; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; vertolken; verwoorden
tell babbelen; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; spreken; wauwelen; zwammen beschrijven; bewust maken; doorgeven; doorspelen; doorvertellen; informeren; kennisgeven van; mededelen; rondbrieven; rondvertellen; uiteenzetten; verhaal vertellen; verhalen; vertellen; voorzeggen; zeggen

Wiktionary: kwetteren


Cross Translation:
FromToVia
kwetteren squeak gazouiller — Faire entendre un chant léger et agréable, parler des petits oiseaux.
kwetteren chirp; peep; twitter; warble; tweet; squeak pépierémettre de petits cris, comme font les petits oiseaux.