Later in het Engels vertaald uit het Nederlands

Overzicht

Nederlands naar Engels: Meer gegevens...

later:
- later; in a little while; soon; next; afterwards; later on; subsequently; then; after
Wiktionary:
- later → later
- later → later, future, coming, henceforth, next, prospective, postrequisite, to-be
- later → cheers
- later → see you, see you later

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor later (Nederlands) in het Engels

later (straks; zometeen)
later; in a little while; soon; next
- later bijwoord
- in a little while bijwoord
- soon bijwoord
- next bijwoord
later (straks; zometeen; naderhand)
afterwards; later on; later
- afterwards bijwoord
- later on bijwoord
- later bijvoeglijk naamwoord
later (naderhand; daarna; nadien)
subsequently; afterwards; later; then; next; after
- subsequently bijwoord
- afterwards bijwoord
- later bijvoeglijk naamwoord
- then bijvoeglijk naamwoord
- next bijvoeglijk naamwoord
- after bijvoeglijk naamwoord
later (naderhand)
afterwards
- afterwards bijwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
next		daaropvolgend
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afterwards	daarna; later; naderhand; nadien; straks; zometeen	achteraf
in a little while	later; straks; zometeen
later	later; straks; zometeen
later on	later; naderhand; straks; zometeen
next	later; straks; zometeen
soon	later; straks; zometeen	aanstonds; binnenkort; direct; dra; eerstdaags; gauw; gezwind; spoedig; straks; terstond; weldra
subsequently	daarna; later; naderhand; nadien	hierna; hierop; vervolgens
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
after	daarna; later; naderhand; nadien	achter; achterna; later dan; na; nadat
later	daarna; later; naderhand; nadien; straks; zometeen
next	daarna; later; naderhand; nadien	aankomend; aanstaand; aanstaande; eerstvolgend; hierna; hierop; komend; navolgend; onderstaande; toekomend; toekomstig; toekomstige; vervolgens; volgend; volgende
then	daarna; later; naderhand; nadien	alsdan; dan; destijds; hierna; hierop; indertijd; toen; toendertijd; toenmaals; toenmalig; toentertijd; van toen; vervolgens

later

comparative

interjection

phrase

Cross Translation:

From	To	Via
• later	→ future; coming; henceforth; next; later; prospective; postrequisite; to-be	↔ nachmalig — schriftsprachlich, veraltend: baldig nach einer nicht genau bestimmbaren Zeit beginnend, eintretend, sich ereignend, erfolgend, geschehend