Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. lavendel:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor lavendel (Nederlands) in het Engels

lavendel:

lavendel [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de lavendel
    the lavender
    • lavender [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lavendel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lavender lavendel
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lavender lila; paars; pimpelpaars; purper; purperen; violet

Wiktionary: lavendel

lavendel
noun
  1. plant

Cross Translation:
FromToVia
lavendel lavender lavande — botan|nocat=1 plante aromatique dont la fleur labiée, en épi, bleu mauve ou violette, dégage un doux parfum.