Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. leest:
  2. lezen:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor leest (Nederlands) in het Engels

leest:

leest [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de leest
    the boottree; the last; the waist
    • boottree [the ~] zelfstandig naamwoord
    • last [the ~] zelfstandig naamwoord
    • waist [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor leest:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
boottree leest
last leest achterste; benjamin; hekkensluiters; jongste; laatste; laatsten; laatstgeboren; laatstgeborene; vorige
waist leest middel; middel van het lichaam; taille
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
last blijven; duren
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
last achterste; afgelopen; finaal; jongstleden; laatste; laatstelijk; laatstgenoemd; verleden; vorig

Verwante woorden van "leest":

  • leesten

Wiktionary: leest

leest
noun
  1. schoenvorm
  2. gestalte
leest
noun
  1. tool

leest vorm van lezen:

lezen werkwoord (lees, leest, las, lazen, gelezen)

  1. lezen
    to read
    • read werkwoord (reads, read, reading)

Conjugations for lezen:

o.t.t.
  1. lees
  2. leest
  3. leest
  4. lezen
  5. lezen
  6. lezen
o.v.t.
  1. las
  2. las
  3. las
  4. lazen
  5. lazen
  6. lazen
v.t.t.
  1. heb gelezen
  2. hebt gelezen
  3. heeft gelezen
  4. hebben gelezen
  5. hebben gelezen
  6. hebben gelezen
v.v.t.
  1. had gelezen
  2. had gelezen
  3. had gelezen
  4. hadden gelezen
  5. hadden gelezen
  6. hadden gelezen
o.t.t.t.
  1. zal lezen
  2. zult lezen
  3. zal lezen
  4. zullen lezen
  5. zullen lezen
  6. zullen lezen
o.v.t.t.
  1. zou lezen
  2. zou lezen
  3. zou lezen
  4. zouden lezen
  5. zouden lezen
  6. zouden lezen
en verder
  1. is gelezen
  2. zijn gelezen
diversen
  1. lees!
  2. leest!
  3. gelezen
  4. lezend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

lezen [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. lezen
    the reading
    • reading [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lezen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
reading lezen denkbeeld; duiding; geloofsleer; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lectuur; leer; leerstelling; leerstuk; leesvoer; lering; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; schriftlezing; standpunt; uitleg; verklarende uitleg; verklaring; versie; visie; zienswijze
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
read lezen

Verwante definities voor "lezen":

  1. naar woorden kijken en begrijpen wat er staat1
    • in mijn vrije tijd lees ik graag1

Wiktionary: lezen

lezen
verb
  1. zien en interpreteren van tekst
lezen
verb
  1. to fail to understand
  2. read quickly, skipping some detail
past
  1. look at and interpret letters or other information
  2. have the ability to read text or other information
noun
  1. the process of interpreting written language

Cross Translation:
FromToVia
lezen read lesen — (transitiv): Schriftzeichen, Worte und Texte (mithilfe der Augen) wahrnehmen sowie (im Gehirn) verarbeiten und verstehen
lezen reading lecture — Action d’une personne qui lit à haute voix.