Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. loskomen:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor loskomen (Nederlands) in het Engels

loskomen:

loskomen werkwoord (kom los, komt los, kwam los, kwamen los, losgekomen)

  1. loskomen (losraken; losgaan)
    to get loose
    • get loose werkwoord (gets loose, got loose, getting loose)
  2. loskomen (op vrije voeten gesteld worden; vrijkomen; ontslagen worden)
    to fall vacant; to get off; to come out; to be liberated; to be freed from
    • fall vacant werkwoord (falls vacant, fell vacant, falling vacant)
    • get off werkwoord (gets off, got off, getting off)
    • come out werkwoord (comes out, came out, coming out)
    • be liberated werkwoord (is liberated, being liberated)
    • be freed from werkwoord (is freed from, being freed from)
  3. loskomen (zich bevrijden; vrijkomen; ontsnappen)
    to release; to be liberated; to be freed from
    • release werkwoord (releases, released, releasing)
    • be liberated werkwoord (is liberated, being liberated)
    • be freed from werkwoord (is freed from, being freed from)

Conjugations for loskomen:

o.t.t.
  1. kom los
  2. komt los
  3. komt los
  4. komen los
  5. komen los
  6. komen los
o.v.t.
  1. kwam los
  2. kwam los
  3. kwam los
  4. kwamen los
  5. kwamen los
  6. kwamen los
v.t.t.
  1. ben losgekomen
  2. bent losgekomen
  3. is losgekomen
  4. zijn losgekomen
  5. zijn losgekomen
  6. zijn losgekomen
v.v.t.
  1. was losgekomen
  2. was losgekomen
  3. was losgekomen
  4. waren losgekomen
  5. waren losgekomen
  6. waren losgekomen
o.t.t.t.
  1. zal loskomen
  2. zult loskomen
  3. zal loskomen
  4. zullen loskomen
  5. zullen loskomen
  6. zullen loskomen
o.v.t.t.
  1. zou loskomen
  2. zou loskomen
  3. zou loskomen
  4. zouden loskomen
  5. zouden loskomen
  6. zouden loskomen
diversen
  1. kom los!
  2. komt los!
  3. losgekomen
  4. loskomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor loskomen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
release amnestie; bevrijding; invrijheidstelling; kwijtschelding; loslating; losraken; ontzetting; redding; uitlaat; uitlaatpijp; verlossing; versie; vlampijp; vrijlating; vrijmaking; zaligheid
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
be freed from loskomen; ontslagen worden; ontsnappen; op vrije voeten gesteld worden; vrijkomen; zich bevrijden
be liberated loskomen; ontslagen worden; ontsnappen; op vrije voeten gesteld worden; vrijkomen; zich bevrijden
come out loskomen; ontslagen worden; op vrije voeten gesteld worden; vrijkomen ontdekt worden; tevoorschijn komen; uitkomen; uitkomen van geheim
fall vacant loskomen; ontslagen worden; op vrije voeten gesteld worden; vrijkomen openvallen
get loose losgaan; loskomen; losraken
get off loskomen; ontslagen worden; op vrije voeten gesteld worden; vrijkomen afklimmen; afstappen; afstijgen; eraf gaan; eruitgaan; omlaagklauteren; omlaagstappen; uitstappen
release loskomen; ontsnappen; vrijkomen; zich bevrijden afhelpen; amnestie verlenen; bevrijden; bevrijden van; bevrijden van belegeraars; detacheren; in vrijheid stellen; invrijheidstellen; lanceren; laten gaan; laten opstijgen; loskrijgen; loslaten; losmaken; loswerken; ontheffen; ontslaan; ontzetten; op de markt brengen; openen; openstellen; oplaten; scheiden; toegankelijk maken; uitgeven; uitsturen; van de boeien ontdoen; van last bevrijden; verlossen; verzenden; vrijgeven; vrijlaten; wegsturen; wegzenden

Wiktionary: loskomen

loskomen
verb
  1. to become untied or loosed