Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. minder gebruiken:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor minder gebruiken (Nederlands) in het Engels

minder gebruiken:

minder gebruiken werkwoord

  1. minder gebruiken (geld besparen; besparen; matigen)
    to save; to spare; to economize; to moderate; to have left; to economise
    • save werkwoord (saves, saved, saving)
    • spare werkwoord (spares, spared, sparing)
    • economize werkwoord, Amerikaans (economizes, economized, economizing)
    • moderate werkwoord (moderates, moderated, moderating)
    • have left werkwoord (has left, had left, having left)
    • economise werkwoord, Brits
  2. minder gebruiken (besparen; matigen)
    to moderate; to economize; use less; to economise
    • moderate werkwoord (moderates, moderated, moderating)
    • economize werkwoord, Amerikaans (economizes, economized, economizing)
    • use less werkwoord
    • economise werkwoord, Brits

Vertaal Matrix voor minder gebruiken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
spare reserve
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
economise besparen; geld besparen; matigen; minder gebruiken besparen; bezuinigen; korten; matigen; zuinig zijn
economize besparen; geld besparen; matigen; minder gebruiken besparen; bezuinigen; korten; matigen; zuinig zijn
have left besparen; geld besparen; matigen; minder gebruiken overhebben; overhouden
moderate besparen; geld besparen; matigen; minder gebruiken bedaren; bedwingen; beheersen; bemakkelijken; beteugelen; dempen; intomen; matigen; met mate gebruiken; simplificeren; temperen; vereenvoudigen; vergemakkelijken; versoberen; zich matigen
save besparen; geld besparen; matigen; minder gebruiken behoeden; beschermen; bescherming bieden; beschutten; besparen; bewaren; bezuinigen; bijeenzamelen; conserveren; in acht nemen; instandhouden; korten; matigen; ontzien; op bankrekening zetten; opeenhopen; oppotten; opslaan; opzij leggen; redden; sparen; vergaren; verschonen; verzamelen; wegzetten
spare besparen; geld besparen; matigen; minder gebruiken in acht nemen; ontzien; op bankrekening zetten; sparen; verschonen
use less besparen; matigen; minder gebruiken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
moderate billijk; gematigd; geschikt; getemperd; middelmatige; moderaat; redelijk; schappelijk
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
save behalve; behoudens; buiten; met uitsluiting van; uitgezonderd

Verwante vertalingen van minder gebruiken