Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. nazoeken:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor nazoeken (Nederlands) in het Engels

nazoeken:

nazoeken werkwoord (zoek na, zoekt na, zocht na, zochten na, nagezocht)

  1. nazoeken (iets opzoeken)
    to check; to verify; to look up; to research
    • check werkwoord (checks, checked, checking)
    • verify werkwoord (verifies, verified, verifying)
    • look up werkwoord (looks up, looked up, looking up)
    • research werkwoord (researches, researched, researching)

Conjugations for nazoeken:

o.t.t.
  1. zoek na
  2. zoekt na
  3. zoekt na
  4. zoeken na
  5. zoeken na
  6. zoeken na
o.v.t.
  1. zocht na
  2. zocht na
  3. zocht na
  4. zochten na
  5. zochten na
  6. zochten na
v.t.t.
  1. heb nagezocht
  2. hebt nagezocht
  3. heeft nagezocht
  4. hebben nagezocht
  5. hebben nagezocht
  6. hebben nagezocht
v.v.t.
  1. had nagezocht
  2. had nagezocht
  3. had nagezocht
  4. hadden nagezocht
  5. hadden nagezocht
  6. hadden nagezocht
o.t.t.t.
  1. zal nazoeken
  2. zult nazoeken
  3. zal nazoeken
  4. zullen nazoeken
  5. zullen nazoeken
  6. zullen nazoeken
o.v.t.t.
  1. zou nazoeken
  2. zou nazoeken
  3. zou nazoeken
  4. zouden nazoeken
  5. zouden nazoeken
  6. zouden nazoeken
en verder
  1. ben nagezocht
  2. bent nagezocht
  3. is nagezocht
  4. zijn nagezocht
  5. zijn nagezocht
  6. zijn nagezocht
diversen
  1. zoek na!
  2. zoekt na!
  3. nagezocht
  4. nazoekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor nazoeken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
check cheque; controleren; schaak
research research
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
check iets opzoeken; nazoeken aankruisen; beheersen; bekijken; beproeven; beteugelen; bezichtigen; checken; controleren; examineren; hertellen; inspecteren; intomen; keuren; merken; nagaan; nakijken; narekenen; natellen; natrekken; onderzoeken; overhoren; proberen; testen; toetsen; uitproberen; uittesten; verifiëren
look up iets opzoeken; nazoeken aankomen; bezoeken; iemand opzoeken; langsgaan; langskomen; naar boven kijken; naar boven zien; naslaan; omhoogkijken; op visite gaan; opzoeken; voorbijkomen
research iets opzoeken; nazoeken documenteren; naspeuren; naspeuring doen; nasporen; navorsen; onderzoeken; rechercheren; snuffelen; speuren
verify iets opzoeken; nazoeken aantonen; bekijken; beproeven; bewijzen; bezichtigen; controleren; inspecteren; keuren; nagaan; nakijken; onderzoeken; staven; testen; verifieren; zekerstellen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
check ruiten

Wiktionary: nazoeken

nazoeken
noun
  1. act of tracing