Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor noodhulp (Nederlands) in het Engels

noodhulp:

noodhulp [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de noodhulp (invaller; hulpkracht)
    the stand-in; the substitute; the deputy; the temporary helper; the replacement
  2. de noodhulp

Vertaal Matrix voor noodhulp:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deputy hulpkracht; invaller; noodhulp afgevaardigde; gecommitteerde; gedelegeerde; gedeputeerde; plaatsvervanger; remplaçant; representant; substituut; vertegenwoordiger
replacement hulpkracht; invaller; noodhulp herplaatsing; herstelling; invaller; omwisseling; plaatsvervanger; plaatsvervanging; representant; substitutie; surrogaat; verruiling; vertegenwoordiger; vervanging; verwisseling; wissel; wisselspeler
stand-in hulpkracht; invaller; noodhulp remplaçant; substituut
substitute hulpkracht; invaller; noodhulp herstelling; invaller; invalster; omwisseling; plaatsvervanger; remplaçant; representant; reservist; substitutie; substituut; surrogaat; verruiling; vertegenwoordiger; vervangend middel; vervangend product; vervanger; vervanging; vervangingsmiddel; verwisseling; wissel; wisselspeler
temporary helper hulpkracht; invaller; noodhulp uitzendkracht
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
substitute aflossen; invallen; invallen voor iemand; remplaceren; vernieuwen; vervangen; verwisselen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
substitute loco-; plaatsvervangend; waarnemend
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
emergency aid noodhulp
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deputy adjunct; loco-; plaatsvervangend; waarnemend

Verwante woorden van "noodhulp":

  • noodhulpen