Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. omgeven:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor omgeven (Nederlands) in het Engels

omgeven:

omgeven werkwoord (omgeef, omgeeft, omgaf, omgaven, omgeven)

  1. omgeven (omringen)
    to surround; to enfold; envelope
    • surround werkwoord (surrounds, surrounded, surrounding)
    • enfold werkwoord (enfolds, enfolded, enfolding)
    • envelope werkwoord

Conjugations for omgeven:

o.t.t.
  1. omgeef
  2. omgeeft
  3. omgeeft
  4. omgeven
  5. omgeven
  6. omgeven
o.v.t.
  1. omgaf
  2. omgaf
  3. omgaf
  4. omgaven
  5. omgaven
  6. omgaven
v.t.t.
  1. ben omgeven
  2. bent omgeven
  3. is omgeven
  4. zijn omgeven
  5. zijn omgeven
  6. zijn omgeven
v.v.t.
  1. was omgeven
  2. was omgeven
  3. was omgeven
  4. waren omgeven
  5. waren omgeven
  6. waren omgeven
o.t.t.t.
  1. zal omgeven
  2. zult omgeven
  3. zal omgeven
  4. zullen omgeven
  5. zullen omgeven
  6. zullen omgeven
o.v.t.t.
  1. zou omgeven
  2. zou omgeven
  3. zou omgeven
  4. zouden omgeven
  5. zouden omgeven
  6. zouden omgeven
en verder
  1. heb mij omgeven
  2. hebt je omgeven
  3. heeft zich omgeven
  4. hebben ons omgeven
  5. hebben je omgeven
  6. hebben zich omgeven
diversen
  1. omgeef!
  2. omgeeft!
  3. omgeven
  4. omgevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor omgeven:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
envelope briefomslag; couvert; envelop; enveloppe; omslag; wikkel
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enfold omgeven; omringen wikkelen
envelope omgeven; omringen beperken; indammen; inkapselen; inperken; limiteren
surround omgeven; omringen afgrenzen; begrenzen; bijsluiten; bijvoegen; inkapselen; insluiten; omcirkelen; omsingelen; omsluiten; toevoegen; van afsluitende laag voorzien; van grenzen voorzien

Wiktionary: omgeven

omgeven
verb
  1. zich eromheen bevinden
omgeven
verb
  1. to crowd around a person
  2. surround
  3. to encircle something or simultaneously extend in all directions
adjective
  1. surrounded by land

Cross Translation:
FromToVia
omgeven surround; encircle entourermettre ou disposer autour ; être ou se tenir autour de.