Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor onvoorwaardelijk (Nederlands) in het Engels

onvoorwaardelijk:

onvoorwaardelijk bijvoeglijk naamwoord

  1. onvoorwaardelijk (absoluut; zeker; pertinent; )
    definitely; absolutely; unconditional; indisputable; certain; absolute; certainly; undoubted; sure; positive; final

Vertaal Matrix voor onvoorwaardelijk:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
final einde; eindstrijd; finale
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
absolute absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker gewoonweg; klinkklaar; rechttoe
certain absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker absoluut; beslist; een paar; enige; enkele; ronduit; sommige; stellig; wat; zeker
final absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker achterste; beslissend; definitief; definitieve; doorslaggevend; finaal; laatste; onverandelijk; permanent; terminaal; uiteindelijk; vastgesteld; vaststaand; voorgoed
indisputable absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker onafwendbaar; onherroepelijk; onomstotelijk; onontkoombaar; ontegenzeggelijk; onvermijdelijk; onweerlegbaar; vast en zeker
positive absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker absoluut; beslist; positief; ronduit; stellig; zeker
unconditional absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
absolutely absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker beslist; enenmale; faliekant; finaal; geheid; hartstikke; helemaal; ongetwijfeld; vast en zeker; vierkant; volstrekt; zeker
certainly absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker absoluut; beslist; feitelijk; geheid; gewis; heus; inderdaad; jawel; jazeker; reëel; ronduit; stellig; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
definitely absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker beslist; definitief; feitelijk; geheid; gewis; heus; inderdaad; jawel; jazeker; onverandelijk; permanent; reëel; stellig; vast; vast en zeker; voorgoed; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
absolutely ja hoor; natuurlijk!
certainly ja hoor; natuurlijk!
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sure absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker absoluut; beslist; echt; effectief; geheid; gewis; heus; ja; metterdaad; ongetwijfeld; onweerlegbaar; reëel; ronduit; stellig; vast en zeker; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; warempel; welzeker; werkelijk; zeker
undoubted absoluut; onvoorwaardelijk; pertinent; ten enenmale; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; zeker absoluut; beslist; ronduit; stellig; zeker

Verwante woorden van "onvoorwaardelijk":

  • onvoorwaardelijkheid, onvoorwaardelijke

Wiktionary: onvoorwaardelijk

onvoorwaardelijk
adjective
  1. without conditions

Cross Translation:
FromToVia
onvoorwaardelijk absolute; stark; perfect; impeccable parfait — Qui réunir toutes les qualités, sans nul mélange de défauts.
onvoorwaardelijk pure; simple; straightforward; common; unpretentious; clean; untainted; mere; sole; solitary; absolute; stark pur — Qui est sans mélange.