Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. opluisteren:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor opluisteren (Nederlands) in het Engels

opluisteren:

opluisteren werkwoord (luister op, luistert op, luisterde op, luisterden op, opgeluisterd)

  1. opluisteren
    add lustre to; to adorn; to grace

Conjugations for opluisteren:

o.t.t.
  1. luister op
  2. luistert op
  3. luistert op
  4. luisteren op
  5. luisteren op
  6. luisteren op
o.v.t.
  1. luisterde op
  2. luisterde op
  3. luisterde op
  4. luisterden op
  5. luisterden op
  6. luisterden op
v.t.t.
  1. heb opgeluisterd
  2. hebt opgeluisterd
  3. heeft opgeluisterd
  4. hebben opgeluisterd
  5. hebben opgeluisterd
  6. hebben opgeluisterd
v.v.t.
  1. had opgeluisterd
  2. had opgeluisterd
  3. had opgeluisterd
  4. hadden opgeluisterd
  5. hadden opgeluisterd
  6. hadden opgeluisterd
o.t.t.t.
  1. zal opluisteren
  2. zult opluisteren
  3. zal opluisteren
  4. zullen opluisteren
  5. zullen opluisteren
  6. zullen opluisteren
o.v.t.t.
  1. zou opluisteren
  2. zou opluisteren
  3. zou opluisteren
  4. zouden opluisteren
  5. zouden opluisteren
  6. zouden opluisteren
diversen
  1. luister op!
  2. luistert op!
  3. opgeluisterd
  4. opluisterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

opluisteren [znw.] zelfstandig naamwoord

  1. opluisteren (versieren; tooien)
    the adornment

Vertaal Matrix voor opluisteren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adornment opluisteren; tooien; versieren corsage; decor; decoratie; draperie; garnering; grafisch element; opluistering; opsiering; ornamentiek; sieraad; sierstuk; sierwerk; tooi; versiering; versiersel
grace bidden; dienst; gebed; genade; goedgunstigheid; gratie; gunst; pardon; vergeving; vergiffenis; verschoning; welwillendheid
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
add lustre to opluisteren
adorn opluisteren afwerken; garneren; opmaken; opsmukken; schotels garneren; versieren
grace opluisteren

Wiktionary: opluisteren

opluisteren
verb
  1. to give luster