Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. overbruggen:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overbruggen (Nederlands) in het Engels

overbruggen:

overbruggen werkwoord (overbrug, overbrugt, overbrugde, overbrugden, overbrugd)

  1. overbruggen
    to tide over; to bridge
    • tide over werkwoord (tides over, tided over, tiding over)
    • bridge werkwoord (bridges, bridged, bridging)

Conjugations for overbruggen:

o.t.t.
  1. overbrug
  2. overbrugt
  3. overbrugt
  4. overbruggen
  5. overbruggen
  6. overbruggen
o.v.t.
  1. overbrugde
  2. overbrugde
  3. overbrugde
  4. overbrugden
  5. overbrugden
  6. overbrugden
v.t.t.
  1. heb overbrugd
  2. hebt overbrugd
  3. heeft overbrugd
  4. hebben overbrugd
  5. hebben overbrugd
  6. hebben overbrugd
v.v.t.
  1. had overbrugd
  2. had overbrugd
  3. had overbrugd
  4. hadden overbrugd
  5. hadden overbrugd
  6. hadden overbrugd
o.t.t.t.
  1. zal overbruggen
  2. zult overbruggen
  3. zal overbruggen
  4. zullen overbruggen
  5. zullen overbruggen
  6. zullen overbruggen
o.v.t.t.
  1. zou overbruggen
  2. zou overbruggen
  3. zou overbruggen
  4. zouden overbruggen
  5. zouden overbruggen
  6. zouden overbruggen
diversen
  1. overbrug!
  2. overbrugt!
  3. overbrugd
  4. overbruggend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor overbruggen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bridge brug; commandobrug; netwerkbrug
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bridge overbruggen bijeen voegen; combineren; onderling verbinden; samenvoegen; van verband voorzien; verbinden
tide over overbruggen