Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. overjassen:
  2. overjas:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor overjassen (Nederlands) in het Engels

overjassen:

overjassen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de overjassen (mantels)
    the overcoats

Vertaal Matrix voor overjassen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overcoats mantels; overjassen jassen

Verwante woorden van "overjassen":


overjas:

overjas [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de overjas (mantel)
    the cloak; the overcoat
    • cloak [the ~] zelfstandig naamwoord
    • overcoat [the ~] zelfstandig naamwoord
    the jacket
    – a short coat 1
    • jacket [the ~] zelfstandig naamwoord
    the coat
    – an outer garment that has sleeves and covers the body from shoulder down; worn outdoors 1
    • coat [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de overjas (mantel; jas)
    the coat
    – an outer garment that has sleeves and covers the body from shoulder down; worn outdoors 1
    • coat [the ~] zelfstandig naamwoord
    the cloak; the overcoat
    • cloak [the ~] zelfstandig naamwoord
    • overcoat [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor overjas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cloak jas; mantel; overjas cape; dekmantel; schoudermantel
coat jas; mantel; overjas huid; jack; vel
jacket mantel; overjas colbert; halflange herenjas; jack; jak; jas; jasje; jekker
overcoat jas; mantel; overjas
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coat bedekken; met iets bestrijken

Verwante woorden van "overjas":


Wiktionary: overjas

overjas
noun
  1. A loose outer jacket, overcoat

Cross Translation:
FromToVia
overjas coat; overcoat; great-coat; three-quarter coat paletot — vêtement|fr vêtement qui se porte par-dessus les autres vêtements.