Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. positie:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor positie:
    • stance


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor positie (Nederlands) in het Engels

positie:

positie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de positie (ligging)
    the location; the position; the situation; the lay-out; the aspect
    • location [the ~] zelfstandig naamwoord
    • position [the ~] zelfstandig naamwoord
    • situation [the ~] zelfstandig naamwoord
    • lay-out [the ~] zelfstandig naamwoord
    • aspect [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de positie (dienstbetrekking; functie; baan; job)
    the position; the function; the job; the installment; the instalment
    • position [the ~] zelfstandig naamwoord
    • function [the ~] zelfstandig naamwoord
    • job [the ~] zelfstandig naamwoord
    • installment [the ~] zelfstandig naamwoord, Amerikaans
    • instalment [the ~] zelfstandig naamwoord, Brits
    the post
    – a job in an organization 1
    • post [the ~] zelfstandig naamwoord
      • he occupied a post in the treasury1
  3. de positie (gesteldheid; toestand; staat)
    the state; the condition; the position; the situation
    • state [the ~] zelfstandig naamwoord
    • condition [the ~] zelfstandig naamwoord
    • position [the ~] zelfstandig naamwoord
    • situation [the ~] zelfstandig naamwoord
  4. de positie (stellingname; houding; standpuntbepaling; )
    the attitude; the position; the stand
    • attitude [the ~] zelfstandig naamwoord
    • position [the ~] zelfstandig naamwoord
    • stand [the ~] zelfstandig naamwoord
  5. de positie (stand van het lichaam; standpunt)
    the position; the attitude

Vertaal Matrix voor positie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aspect ligging; positie aspect; denkbeeld; facet; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; opzicht; standpunt; visie; zienswijze
attitude bewering; houding; positie; stand van het lichaam; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema denkbeeld; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; standpunt; visie; zienswijze
condition gesteldheid; positie; staat; toestand beding; bepaling; beperking; conditie; criterium; eis; kriterium; vereiste; voorwaarde; vorm
function baan; dienstbetrekking; functie; job; positie ambt; betrekking; eigenschap; functie; functionaliteit; hoedanigheid; werkzaamheid
installment baan; dienstbetrekking; functie; job; positie
instalment baan; dienstbetrekking; functie; job; positie
job baan; dienstbetrekking; functie; job; positie aanstelling; aanvraag; ambacht; ambt; arbeid; arbeidsplaats; baan; baantje; benoeming; beroep; betrekking; bezigheid; contract; functie; inspanning; installatie; karweitje; klusje; taak; vak; werk; werkkring; werkplek; werkzaamheid
lay-out ligging; positie
location ligging; positie ligging; locatie; plaats; plaatsbepaling; plek; vindplaats
position baan; bewering; dienstbetrekking; functie; gesteldheid; houding; job; ligging; positie; staat; stand van het lichaam; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema; toestand ambt; arrangement; betrekking; functie; gezichtshoek; gezichtspunt; indeling; invalshoek; klasse; maatschappelijke klasse; oogpunt; opstelling; orde; ordening; perspectief; rang; rangschikking; schikking; slag; stand; standpunt; zienswijs
post baan; dienstbetrekking; functie; job; positie ambt; bericht; betrekking; functie; gebrachte brieven; mast; paal; pijler; pilaar; post; standoord; wachtpost
situation gesteldheid; ligging; positie; staat; toestand conditie; levensomstandigheden; ligging; locatie; omstandigheden; omstandigheid; situatie; staat; stand van zaken; toestand
stand bewering; houding; positie; standpunt; standpuntbepaling; stellingname; thema denkbeeld; driepoot; getuigenbank; gezichtspunt; idee; interpretatie; inzicht; kraam; kraampje; lezing; mat; matje; mening; onderlegger; onderstel; onderzetter; oordeel; opinie; opvatting; placemat; poot; sokkel; staander; stalletje; stand; stand op jaarbeurs; standpunt; tafelmatje; visie; voet; voetstuk; zienswijze; zuilvoet
state gesteldheid; positie; staat; toestand conditie; land; natie; rijk; staat; status; toestand
- baan; betrekking
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
function functioneren; uit werken gaan; werkzaam zijn
position plaatsen; positioneren; zetten
post boeken; op de bus doen; plaatsen; posten; situeren; zich afspelen
stand doorleven; doorstaan; dragen; dulden; harden; staan; uithouden; uitzingen; velen; verdragen; verduren; verteren; volhouden
state afkondigen; bekendmaken; berichten; informeren; meedelen; melden; mening kenbaar maken; proclameren; rapporteren; verkondigen; verslag uitbrengen

Verwante woorden van "positie":

  • posities

Synoniemen voor "positie":


Verwante definities voor "positie":

  1. werk waarvoor je betaald wordt2
    • zij heeft een goede positie bij een bank2
  2. stand van lichaam of lichaamsdeel2
    • door de verkeerde positie van je voeten krijg je rugpijn2
  3. toestand waarin iemand zich bevindt2
    • hij is niet in de positie om kritiek te hebben2
  4. waar het zich bevindt2
    • wat is de positie van het schip?2

Wiktionary: positie

positie
noun
  1. een stand van het lichaam
  2. een innerlijke houding
  3. een plaats van waaruit men iets onderneemt
  4. een toestand waarin iemand zich bevindt
  5. een vaste betrekking
  6. een maatschappelijke stand
  7. de ligging van de hand
  8. een opstelling van troepen en materieel
positie
noun
  1. numeric: the column counting a certain quantity
  2. place, location
  3. defensive position or effort

Cross Translation:
FromToVia
positie position Lage — Art wie etwas liegt
positie position LageMusik: Lage der linken Hand auf dem Griffbrett bei Streich- und Zupfinstrumenten
positie position Stellung — Position beim Geschlechtsverkehr
positie position Stellunggesellschaftliche Position
positie position; post StellungMilitär: Graben, Posten, Unterstand zum Schutz von Material, Soldaten und Waffen
positie function Stellungsyntaktische Position (Stellung im Satz)
positie position; locus; posture; situation; stand; attitude positionsituation dans une structure, place dans un ensemble de coordonnées ; lieu, point où une chose place, situation.

Verwante vertalingen van positie