Overzicht


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor regio (Nederlands) in het Engels

regio:

regio [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de regio (streek)
    the region; the area; the domain; the territory; the province; the zone; the county; the sphere; the district; the department; the dominion
    • region [the ~] zelfstandig naamwoord
    • area [the ~] zelfstandig naamwoord
    • domain [the ~] zelfstandig naamwoord
    • territory [the ~] zelfstandig naamwoord
    • province [the ~] zelfstandig naamwoord
    • zone [the ~] zelfstandig naamwoord
    • county [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sphere [the ~] zelfstandig naamwoord
    • district [the ~] zelfstandig naamwoord
    • department [the ~] zelfstandig naamwoord
    • dominion [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de regio (landstreek; gebied; plaats; )
    the area; the place; the region; the district; the county; the department; the part of the country; the province
  3. de regio (cacheregio)
    the region; the cache region
    – A container of data, within a cache, that co-locates all cached objects on a single cache host. Cache Regions enable the ability to search all cached objects in the region by using descriptive strings, called tags. 1

Vertaal Matrix voor regio:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
area gebied; gewest; gouw; landstreek; oord; plaats; regio; streek buitenwijk; buurt; centrum; district; erf; gebied; gebiedsdeel; gordel; grondgebied; handelswijk; plein; rayon; rayon van een bedrijf; sectie; sector; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; streek; terrein; territorium; vlak; wijk; woonwijk; zone
cache region cacheregio; regio
county gebied; gewest; gouw; landstreek; oord; plaats; regio; streek gebied; gebied dat onder een graaf staat; gewest; graafschap; provincie; rayon; rechtsgebied; ressort; rijksonderdeel
department gebied; gewest; gouw; landstreek; oord; plaats; regio; streek afdeling; ambtsgebied; bestuursgebied; bestuursregio; departement; detachement; gebied; gewest; gordel; jurisdictie; ministerie; provincie; rayon; rechtsgebied; ressort; rijksonderdeel; sectie; streek; tak; terrein; territorium; vakgroep; zone
district gebied; gewest; gouw; landstreek; oord; plaats; regio; streek buitenwijk; buurt; centrum; district; gebied; gewest; gordel; handelswijk; hoek; kanton; oord; plein; provincie; rayon; rayon van een bedrijf; rechtsgebied; ressort; rijksonderdeel; sectie; stadsdeel; stadskwartier; stadswijk; streek; terrein; territorium; wijk; woonwijk; zone
domain regio; streek TLD; domein; gebied; gordel; rijksgedeelte; streek; terrein; territorium; topleveldomein; zone
dominion regio; streek autoriteit; gebied; gezag; gordel; heerschappij; macht; rijksgedeelte; streek; terrein; territorium; zone
part of the country gebied; gewest; gouw; landstreek; oord; plaats; regio; streek
place gebied; gewest; gouw; landstreek; oord; plaats; regio; streek gebied; hoek; locatie; navigatieplaats; oord; plaats; plek; stekkie; streek
province gebied; gewest; gouw; landstreek; oord; plaats; regio; streek departement; gebied; gewest; jurisdictie; kerkprovincie; provincie; rayon; rechtsgebied; ressort; rijksonderdeel
region cacheregio; gebied; gewest; gouw; landstreek; oord; plaats; regio; streek district; gebied; gewest; gordel; hoek; kanton; klimaatgordel; luchtstreek; oord; provincie; rayon; rechtsgebied; ressort; rijksonderdeel; streek; terrein; territorium; zone
sphere regio; streek bol; bolletje; gebied; globe; gordel; hoofd; hoofd van een mens; streek; terrein; territorium; zone
territory regio; streek district; gebied; gebiedsdeel; gordel; leefgebied; rayon; rayon van een bedrijf; rijksdeel; rijksgedeelte; sector; streek; terrein; territorium; zone
zone regio; streek district; gebied; gordel; klimaatgordel; luchtstreek; streek; terrein; territorium; zone
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
place aanbrengen; aanleggen; bijzetten; deponeren; herbergen; huisvesten; iemand onderdak verlenen; installeren; leggen; monteren en aansluiten; neerleggen; neerzetten; onderbrengen; onderdak geven; onderdak verschaffen; plaatsen; situeren; stationeren; wegleggen; zetten; zich afspelen

Wiktionary: regio

regio
noun
  1. een geografisch, taalkundig, cultureel, demografisch en/of institutioneel gebied met een bepaald karakter, al dan niet erkend door de officiële instanties
regio
noun
  1. particular geographic region
  2. any considerable and connected part of a space or surface
  3. an administrative subdivision

Cross Translation:
FromToVia
regio land; country contrée — géographie|fr certain étendue de pays.
regio region; area; zone région — toponymie‎|fr Vaste territoire ; étendue de pays.