Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. rouw:
  2. rouwen:
  3. Wiktionary:
  4. Gebruikers suggesties voor rouw:
    • grievance


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rouw (Nederlands) in het Engels

rouw:

rouw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de rouw (kwel; droefenis; ongeluk; )
    the mournfulness; the sorrow; the regret; the dejection; the melancholy; the wistfulness; the depression; the sadness

Vertaal Matrix voor rouw:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dejection droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart droefgeestigheid; gedeprimeerdheid; malaise; melancholie; neerslachtigheid; slapheid; slapte; somberheid; verslagenheid; zwaarmoedigheid
depression droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart depressie; droefgeestigheid; drukminimum; gedeprimeerdheid; lage luchtdruk; lagedrukgebied; malaise; melancholie; neerslachtigheid; slapheid; slapte; somberheid; ziekelijke neerslachtigheid; zwaarmoedigheid
melancholy droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart bedroefdheid; droefgeestigheid; gedeprimeerdheid; melancholie; neerslachtigheid; somberheid; weemoed; zwaarmoedigheid
mournfulness droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart droefheid
regret droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart berouw; spijt
sadness droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart bedroefdheid; droefheid; leed; pijn; treurigheid; weemoed
sorrow droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart bedroefdheid; droefheid; ellende; kommer; kwel; leed; misère; pijn; smart; treurigheid; verdriet
wistfulness droefenis; kruis; kwel; leed; ongeluk; pijn; rouw; smart
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
regret betreuren; jammer vinden; spijten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
melancholy weemoedig

Verwante woorden van "rouw":


Wiktionary: rouw

rouw
noun
  1. grote smart of droefenis na een verlies
rouw
noun
  1. to be checked
  2. unhappiness

Cross Translation:
FromToVia
rouw mourning; grief deuilaffliction, douleur qu’on éprouver lors du décès de quelqu’un.

rouwen:

rouwen werkwoord (rouw, rouwt, rouwde, rouwden, gerouwd)

  1. rouwen (in de rouw zijn; bewenen)
    to mourn; to grieve
    • mourn werkwoord (mourns, mourned, mourning)
    • grieve werkwoord (grieves, grieved, grieving)

Conjugations for rouwen:

o.t.t.
  1. rouw
  2. rouwt
  3. rouwt
  4. rouwen
  5. rouwen
  6. rouwen
o.v.t.
  1. rouwde
  2. rouwde
  3. rouwde
  4. rouwden
  5. rouwden
  6. rouwden
v.t.t.
  1. heb gerouwd
  2. hebt gerouwd
  3. heeft gerouwd
  4. hebben gerouwd
  5. hebben gerouwd
  6. hebben gerouwd
v.v.t.
  1. had gerouwd
  2. had gerouwd
  3. had gerouwd
  4. hadden gerouwd
  5. hadden gerouwd
  6. hadden gerouwd
o.t.t.t.
  1. zal rouwen
  2. zult rouwen
  3. zal rouwen
  4. zullen rouwen
  5. zullen rouwen
  6. zullen rouwen
o.v.t.t.
  1. zou rouwen
  2. zou rouwen
  3. zou rouwen
  4. zouden rouwen
  5. zouden rouwen
  6. zouden rouwen
diversen
  1. rouw!
  2. rouwt!
  3. gerouwd
  4. rouwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor rouwen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grieve bewenen; in de rouw zijn; rouwen bedroefd zijn; bedroeven; treuren; verdriet hebben
mourn bewenen; in de rouw zijn; rouwen

Verwante woorden van "rouwen":


Wiktionary: rouwen

rouwen
verb
  1. de emotionele nasleep van het overlijden van een geliefd persoon
rouwen
verb
  1. express sadness for, grieve over

Cross Translation:
FromToVia
rouwen mourn trauern — sich wegen eines Verlustes in gedrückter Stimmung, Verfassung befinden

Verwante vertalingen van rouw