Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. sabotage:
  2. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor sabotage (Nederlands) in het Engels

sabotage:

sabotage [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de sabotage (tegenwerking)
    the resistance; the sabotage; the hindrance; the obstruction; the opposition

Vertaal Matrix voor sabotage:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hindrance sabotage; tegenwerking belemmering; beletsel; bemoeilijking; hinder; hindernis; hinderpaal; klip; last; moeite; obstakel; obstructie; overlast; soesa; struikelblok; verhinderd zijn; verhindering
obstruction sabotage; tegenwerking belemmering; bemoeilijking; hinder; obstructie; stremming; vastlopen; verhindering; verstopping in het lichaam
opposition sabotage; tegenwerking andersdenkende; bedenking; bezwaar; oppositie; tegenpartij
resistance sabotage; tegenwerking bedenking; bestrijding; bezwaar; ondergronds verzet; opstand; rebellie; tegenstand; verdediging; verzet; verzetsbeweging; weerstand
sabotage sabotage; tegenwerking
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sabotage doen mislukken; dwarsbomen; dwarsliggen; een stokje steken voor; saboteren; tegenwerken; verijdelen

Wiktionary: sabotage

sabotage
noun
  1. een vijandige ingreep op zaken om deze te laten mislukken of te vernielen
sabotage
noun
  1. deliberate action of subversion, obstruction, disruption, destruction
  2. act with intent to injure

Cross Translation:
FromToVia
sabotage sabotage Sabotage — die im Verborgenen betriebene, planmäßige Beschädigung, wegnehmen oder Zerstörung von Gegenstand und/oder Bestandteil einer Infrastruktur, die der Aufrechterhaltung dieser Ordnung dienen.