Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. schouten:
  2. schout:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor schouten (Nederlands) in het Engels

schouten:

schouten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

  1. de schouten (schoutendienders)
    the bailiffs; the dikereefs
  2. de schouten (dijkgraven)
    the dike grave; the dike maintenance crew

Vertaal Matrix voor schouten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bailiffs schouten; schoutendienders
dike grave dijkgraven; schouten
dike maintenance crew dijkgraven; schouten
dikereefs schouten; schoutendienders

Verwante woorden van "schouten":


schouten vorm van schout:

schout [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de schout (dijkgraaf)
    the dikereef; the bailiff
    • dikereef [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bailiff [the ~] zelfstandig naamwoord
  2. de schout (schoutendiender)
    the sherrif; the bailiff
    • sherrif [the ~] zelfstandig naamwoord
    • bailiff [the ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor schout:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bailiff dijkgraaf; schout; schoutendiender deurwaarder; gerechtsdeurwaarder; rentmeester
dikereef dijkgraaf; schout
sherrif schout; schoutendiender

Verwante woorden van "schout":


Wiktionary: schout

schout
noun
  1. het hoofd van het dorpsbestuur van een schoutambt vanaf de hoge middeleeuwen
schout
noun
  1. legal officer to whom some degree of authority, care or jurisdiction is committed