Overzicht
Nederlands naar Engels:   Meer gegevens...
  1. spottend:
  2. spotten:
  3. Wiktionary:


Nederlands

Uitgebreide vertaling voor spottend (Nederlands) in het Engels

spottend:

spottend bijvoeglijk naamwoord

  1. spottend (cynisch)
    cynical
  2. spottend (smalend; minachtend; hooghartig; honend)
    contemptuous; sneering; disdainful; contumelious; scornful; derisive
  3. spottend (honend; smadelijk; schamper; smalend; smadend)
    scornful; derisive; sneering

Vertaal Matrix voor spottend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sneering aanfluiting; bespotting; gegrijns; gekanker; gescheld; geschimp; gespot; hoon; ironie; sarcasme; smaad; spot; spotternij
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
contemptuous honend; hooghartig; minachtend; smalend; spottend
contumelious honend; hooghartig; minachtend; smalend; spottend
cynical cynisch; spottend
derisive honend; hooghartig; minachtend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend
disdainful honend; hooghartig; minachtend; smalend; spottend
scornful honend; hooghartig; minachtend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend laag; verachtelijk
sneering honend; hooghartig; minachtend; schamper; smadelijk; smadend; smalend; spottend

Wiktionary: spottend

spottend
adjective
  1. lacking respect
  2. flippant

spottend vorm van spotten:

spotten werkwoord (spot, spotte, spotten, gespot)

  1. spotten (de draak steken; bespotten)
    to ridicule; to make fun of; to poke fun at
    • ridicule werkwoord (ridicules, ridiculed, ridiculing)
    • make fun of werkwoord (makes fun of, made fun of, making fun of)
    • poke fun at werkwoord (pokes fun at, poked fun at, poking fun at)

Conjugations for spotten:

o.t.t.
  1. spot
  2. spot
  3. spot
  4. spotten
  5. spotten
  6. spotten
o.v.t.
  1. spotte
  2. spotte
  3. spotte
  4. spotten
  5. spotten
  6. spotten
v.t.t.
  1. heb gespot
  2. hebt gespot
  3. heeft gespot
  4. hebben gespot
  5. hebben gespot
  6. hebben gespot
v.v.t.
  1. had gespot
  2. had gespot
  3. had gespot
  4. hadden gespot
  5. hadden gespot
  6. hadden gespot
o.t.t.t.
  1. zal spotten
  2. zult spotten
  3. zal spotten
  4. zullen spotten
  5. zullen spotten
  6. zullen spotten
o.v.t.t.
  1. zou spotten
  2. zou spotten
  3. zou spotten
  4. zouden spotten
  5. zouden spotten
  6. zouden spotten
en verder
  1. ben gespot
  2. bent gespot
  3. is gespot
  4. zijn gespot
  5. zijn gespot
  6. zijn gespot
diversen
  1. spot!
  2. spott!
  3. gespot
  4. spottend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor spotten:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
poke fun at aanfluiting; bespotten; bespotting; draak steken met; gespot; hoon; ironie; sarcasme; smaad; spot; spotternij
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
make fun of bespotten; de draak steken; spotten dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen
poke fun at bespotten; de draak steken; spotten dollen; een poets bakken; gekheid uithalen; gekscheren; grappen; malligheid uithalen; schertsen; streek uithalen
ridicule bespotten; de draak steken; spotten belachelijk maken; bespotten; de spot drijven; ironiseren; uitlachen
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ridicule absurd; belachelijk; bespottelijk; lachwekkend; ridicuul

Verwante woorden van "spotten":


Wiktionary: spotten

spotten
verb
  1. zich met belachelijk makende of oneerbiedige scherts uiten
spotten
verb
  1. to scoff or mock
  2. to jeer; laugh at with contempt and derision
  3. sports: support or assist a maneuver

Cross Translation:
FromToVia
spotten deride; mock; make fun of; jeer; jibe; scoff; taunt; boo; hoot bafouertraiter quelqu’un ou quelque chose avec une moquerie outrageante ou dédaigneux.

Verwante vertalingen van spottend